Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verlangd (Nederlands) in het Duits

verlangd:


verlangen:

verlangen werkwoord (verlang, verlangt, verlangde, verlangden, verlangd)

  1. verlangen (begeren)
    wünschen; erwarten; begehren; herbeisehnen; hoffen
    • wünschen werkwoord (wünsche, wünscht, wünschte, wünschtet, gewünscht)
    • erwarten werkwoord (erwarte, erwartest, erwartet, erwartete, erwartetet, erwartet)
    • begehren werkwoord (begehre, begehrst, begehrt, begehrte, begehrtet, begehrt)
    • herbeisehnen werkwoord (sehne herbei, sehnst herbei, sehnt herbei, sehnte herbei, sehntet herbei, herbeigesehnt)
    • hoffen werkwoord (hoffe, hoffst, hofft, hoffte, hofftet, gehofft)
  2. verlangen (vergen; vereisen; eisen)
    erfordern; anfordern; fordern; erheben; einfordern
    • erfordern werkwoord (erfordere, erforderst, erfordert, erforderte, erfordertet, erfordert)
    • anfordern werkwoord (fordere an, forderst an, fordert an, forderte an, fordertet an, angefordert)
    • fordern werkwoord (fordre, forderst, fordert, forderte, fordertet, gefordert)
    • erheben werkwoord (erhebe, erhebst, erhebt, erhob, erhobt, erhoben)
    • einfordern werkwoord (fordere ein, forderst ein, fordert ein, forderte ein, fordertet ein, eingefordert)
  3. verlangen (van hoop vervuld zijn; hopen; spinzen)
    hoffen; verlangen; schmachten; herbeisehnen; sich sehnen
    • hoffen werkwoord (hoffe, hoffst, hofft, hoffte, hofftet, gehofft)
    • verlangen werkwoord (verlange, verlangst, verlangt, verlangte, verlangtet, verlangt)
    • schmachten werkwoord (schmachte, schmachtest, schmachtet, schmachtete, schmachtetet, geschmachtet)
    • herbeisehnen werkwoord (sehne herbei, sehnst herbei, sehnt herbei, sehnte herbei, sehntet herbei, herbeigesehnt)
    • sich sehnen werkwoord (sehne mich, sehnst dich, sehnt sich, sehnte sich, sehntet euch, sich gesehnt)

Conjugations for verlangen:

o.t.t.
  1. verlang
  2. verlangt
  3. verlangt
  4. verlangen
  5. verlangen
  6. verlangen
o.v.t.
  1. verlangde
  2. verlangde
  3. verlangde
  4. verlangden
  5. verlangden
  6. verlangden
v.t.t.
  1. heb verlangd
  2. hebt verlangd
  3. heeft verlangd
  4. hebben verlangd
  5. hebben verlangd
  6. hebben verlangd
v.v.t.
  1. had verlangd
  2. had verlangd
  3. had verlangd
  4. hadden verlangd
  5. hadden verlangd
  6. hadden verlangd
o.t.t.t.
  1. zal verlangen
  2. zult verlangen
  3. zal verlangen
  4. zullen verlangen
  5. zullen verlangen
  6. zullen verlangen
o.v.t.t.
  1. zou verlangen
  2. zou verlangen
  3. zou verlangen
  4. zouden verlangen
  5. zouden verlangen
  6. zouden verlangen
diversen
  1. verlang!
  2. verlangt!
  3. verlangd
  4. verlangend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

verlangen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het verlangen (wensen; smachten; zucht; begeren; lust)
    Verlangen; Begehren; die Begierde
  2. het verlangen (wens)
    der Wunsch; Verlangen
    • Wunsch [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Verlangen [das ~] zelfstandig naamwoord
  3. het verlangen (hunkeren; smachten)
    Sich sehnen nach; Verlangt; Schmachten

Vertaal Matrix voor verlangen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Begehren begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht begeerte; eis; hevig verlangen; hunkering; vordering; vraag
Begierde begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht begeerte; hevig verlangen
Schmachten hunkeren; smachten; verlangen
Sich sehnen nach hunkeren; smachten; verlangen
Verlangen begeren; lust; smachten; verlangen; wens; wensen; zucht begeerte; hevig verlangen; hunkering
Verlangt hunkeren; smachten; verlangen
Wunsch verlangen; wens
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anfordern eisen; vereisen; vergen; verlangen aanspraak maken op; aanvragen; bestellen; eisen; inmanen; invorderen; opeisen; opvorderen; opvragen; orderen; rekwestreren; rekwireren; verzoeken; vorderen; vragen
begehren begeren; verlangen
einfordern eisen; vereisen; vergen; verlangen aanspraak maken op; aanspraak op maken; aanvragen; eisen; iets verduren; incasseren; inmanen; invorderen; opeisen; opvangen; opvorderen; opvragen; rekwireren; verzoeken; vorderen; vragen
erfordern eisen; vereisen; vergen; verlangen
erheben eisen; vereisen; vergen; verlangen eisen; heffen; hoger maken; in opstand komen; inmanen; invorderen; lichten; omhoog brengen; omhoog doen; omhoogheffen; omhoogkomen; opheffen; oprichten; opstijgen; optillen; optrekken; opvliegen; overeindzetten; rebelleren; tillen; verhogen; vorderen
erwarten begeren; verlangen hunkeren; sterk verlangen; tegemoetzien; uitkijken naar; verwachten; vooruitzien
fordern eisen; vereisen; vergen; verlangen aanmanen; aanmanen tot een verplichting; aanspraak maken op; aanvragen; eisen; inmanen; invorderen; manen; ontbieden; opeisen; oproepen; opvorderen; opvragen; rekwireren; rekwisiteren; sommeren; verzoeken; vorderen; vragen
herbeisehnen begeren; hopen; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen dromen; hunkeren; sterk verlangen
hoffen begeren; hopen; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen hopen; hunkeren; op hopen zetten; sterk verlangen; tegemoetzien; uitkijken naar; verwachten; vooruitzien
schmachten hopen; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen kwijnen; kwijnend verlangen; lijden; smachten; snakken
sich sehnen hopen; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen een sterke begeerte hebben naar; hongeren naar
verlangen hopen; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen een sterke begeerte hebben naar; eisen; hongeren naar; inmanen; invorderen; vorderen
wünschen begeren; verlangen hopen; hunkeren; op hopen zetten; sterk verlangen; toewensen
- eisen

Verwante woorden van "verlangen":

  • verlangens

Synoniemen voor "verlangen":


Antoniemen van "verlangen":


Verwante definities voor "verlangen":

  1. beslist willen hebben dat het gebeurt1
    • ik verlang van jou dat je je goed gedraagt1
  2. de grote behoefte1
    • haar verlangen naar vrijheid was erg groot1
  3. er grote behoefte aan hebben1
    • hij verlangt naar de vakantie1

Wiktionary: verlangen

verlangen
noun
  1. iets willen hebben
verb
  1. iets erg graag willen hebben

Cross Translation:
FromToVia
verlangen begehren covet — to wish for with eagerness
verlangen Begehren; Wunsch desire — something wished for
verlangen sehnen long — to wait, to aspire
verlangen sich sehnen; verlangen long for — to miss
verlangen Sehnen; Sehnsucht; Verlangen longing — melancholic desire
verlangen sich sehnen; verlangen; vermissen yearn — to have a strong desire; to long
verlangen Lust; Wunsch désir — Traductions à trier suivant le sens
verlangen Begehr; Lust; Wunsch; Glückwünsch; Streben; Bestrebung; Trachten; Bewerbung souhaitvœu, désir qu’une chose accomplir.
verlangen hoffen; erhoffen; wünschen; mögen; verlangen; begehren souhaiterformer un souhait.
verlangen sich ersehnen; sich sehnen soupirerpousser des soupirs.