Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. verlamd:
  2. verlammen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verlamd (Nederlands) in het Duits

verlamd:

verlamd bijvoeglijk naamwoord

  1. verlamd (lam)
    gelähmt; lahm

Vertaal Matrix voor verlamd:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gelähmt lam; verlamd
lahm lam; verlamd bleekjes; futloos; kreupel; krukkig; lam; lamlendig; lusteloos; mank; mat; onbeholpen; onhandig; pips; schutterig; slap; slapjes; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig; wee; ziekelijk; zwak

Verwante woorden van "verlamd":


Wiktionary: verlamd


Cross Translation:
FromToVia
verlamd lahm lame — unable to walk properly because of a problem with one's feet or legs

verlammen:

verlammen werkwoord (verlam, verlamt, verlamde, verlamden, verlamd)

  1. verlammen (ontwrichten; krachteloos maken)
    entkräften
    • entkräften werkwoord (entkräfte, entkräftst, entkräftt, entkräftte, entkräfttet, entkräftet)
  2. verlammen
    lähmen
    • lähmen werkwoord (lähme, lähmst, lähmt, lähmte, lähmtet, gelähmt)
  3. verlammen (lamleggen)
    lähmen; lahmlegen
    • lähmen werkwoord (lähme, lähmst, lähmt, lähmte, lähmtet, gelähmt)
    • lahmlegen werkwoord (lege lahm, legst lahm, legt lahm, legte lahm, legtet lahm, lahmgelegt)

Conjugations for verlammen:

o.t.t.
  1. verlam
  2. verlamt
  3. verlamt
  4. verlammen
  5. verlammen
  6. verlammen
o.v.t.
  1. verlamde
  2. verlamde
  3. verlamde
  4. verlamden
  5. verlamden
  6. verlamden
v.t.t.
  1. heb verlamd
  2. hebt verlamd
  3. heeft verlamd
  4. hebben verlamd
  5. hebben verlamd
  6. hebben verlamd
v.v.t.
  1. had verlamd
  2. had verlamd
  3. had verlamd
  4. hadden verlamd
  5. hadden verlamd
  6. hadden verlamd
o.t.t.t.
  1. zal verlammen
  2. zult verlammen
  3. zal verlammen
  4. zullen verlammen
  5. zullen verlammen
  6. zullen verlammen
o.v.t.t.
  1. zou verlammen
  2. zou verlammen
  3. zou verlammen
  4. zouden verlammen
  5. zouden verlammen
  6. zouden verlammen
diversen
  1. verlam!
  2. verlamt!
  3. verlamd
  4. verlammend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verlammen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
entkräften krachteloos maken; ontwrichten; verlammen afmatten; krachteloos maken; machteloos maken; moe maken; ontkrachten; ontzenuwen; slopen; uitputten; vermoeien; weerleggen
lahmlegen lamleggen; verlammen
lähmen lamleggen; verlammen

Wiktionary: verlammen

verlammen
verb
  1. van het vermogen zich te bewegen beroven

Cross Translation:
FromToVia
verlammen Krüppel; verstümmeln estropierpriver de l’usage d’un membre, soit par une blessure, soit par quelque coup, soit par une maladie. cf|estropié
verlammen lähmen; lahm legen; paralysieren paralyserfrapper de paralysie.