Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. verkrappen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verkrappen (Nederlands) in het Duits

verkrappen:

verkrappen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. verkrappen
    die Verknappung

verkrappen werkwoord (verkrap, verkrapt, verkrapte, verkrapten, verkrapt)

  1. verkrappen
    verknappen
    • verknappen werkwoord (verknappe, verknappst, verknappt, verknappte, verknapptet, verknappt)

Conjugations for verkrappen:

o.t.t.
  1. verkrap
  2. verkrapt
  3. verkrapt
  4. verkrappen
  5. verkrappen
  6. verkrappen
o.v.t.
  1. verkrapte
  2. verkrapte
  3. verkrapte
  4. verkrapten
  5. verkrapten
  6. verkrapten
v.t.t.
  1. heb verkrapt
  2. hebt verkrapt
  3. heeft verkrapt
  4. hebben verkrapt
  5. hebben verkrapt
  6. hebben verkrapt
v.v.t.
  1. had verkrapt
  2. had verkrapt
  3. had verkrapt
  4. hadden verkrapt
  5. hadden verkrapt
  6. hadden verkrapt
o.t.t.t.
  1. zal verkrappen
  2. zult verkrappen
  3. zal verkrappen
  4. zullen verkrappen
  5. zullen verkrappen
  6. zullen verkrappen
o.v.t.t.
  1. zou verkrappen
  2. zou verkrappen
  3. zou verkrappen
  4. zouden verkrappen
  5. zouden verkrappen
  6. zouden verkrappen
diversen
  1. verkrap!
  2. verkrapt!
  3. verkrapt
  4. verkrappend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verkrappen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Verknappung verkrappen verschraling
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verknappen verkrappen achteruitgaan; afnemen; declineren; inkorten; korter maken; minder worden; verkorten