Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- verkracht:
- verkrachten:
-
Wiktionary:
- verkrachten → Vergewaltigung
- verkrachten → missbrauchen, vergewaltigen, schänden
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verkracht (Nederlands) in het Duits
verkracht:
-
verkracht (misbruikt)
vergewaltigt-
vergewaltigt bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor verkracht:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
vergewaltigt | misbruikt; verkracht |
Verwante woorden van "verkracht":
verkrachten:
-
verkrachten (aanranden)
vergewaltigen; verletzen; beugen-
vergewaltigen werkwoord (vergewaltige, vergewaltigst, vergewaltigt, vergewaltigte, vergewaltigtet, vergewaltigt)
-
Conjugations for verkrachten:
o.t.t.
- verkracht
- verkracht
- verkracht
- verkrachten
- verkrachten
- verkrachten
o.v.t.
- verkrachtte
- verkrachtte
- verkrachtte
- verkrachtten
- verkrachtten
- verkrachtten
v.t.t.
- heb verkracht
- hebt verkracht
- heeft verkracht
- hebben verkracht
- hebben verkracht
- hebben verkracht
v.v.t.
- had verkracht
- had verkracht
- had verkracht
- hadden verkracht
- hadden verkracht
- hadden verkracht
o.t.t.t.
- zal verkrachten
- zult verkrachten
- zal verkrachten
- zullen verkrachten
- zullen verkrachten
- zullen verkrachten
o.v.t.t.
- zou verkrachten
- zou verkrachten
- zou verkrachten
- zouden verkrachten
- zouden verkrachten
- zouden verkrachten
diversen
- verkracht!
- verkracht!
- verkracht
- verkrachtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor verkrachten:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
beugen | aanranden; verkrachten | buigen; declineren; eer betuigen; krom buigen; krombuigen; krommen; verbuigen; vervoegen; welven |
vergewaltigen | aanranden; verkrachten | aanranden; schofferen; vrouw aanranden |
verletzen | aanranden; verkrachten | belasteren; benadelen; bezeren; blesseren; deren; duperen; folteren; inbreuk maken; knauwen; krenken; kwaadspreken; kwellen; kwetsen; lasteren; martelen; nadeel toebrengen; onteren; ontwijden; overtreden; pijn bezorgen; pijn doen; pijnigen; prikken; schade berokkenen; schade toebrengen aan; schaden; smaden; steken; steken geven; verwonden; zeer doen |
Verwante definities voor "verkrachten":
Wiktionary: verkrachten
verkrachten
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verkrachten | → missbrauchen; vergewaltigen | ↔ abuse — to rape |
• verkrachten | → vergewaltigen; schänden | ↔ rape — force sexual intercourse |
• verkrachten | → vergewaltigen | ↔ violer — Avoir un rapport sexuel avec quelqu’un sans son consentement |