Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. verketteren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verketteren (Nederlands) in het Duits

verketteren:

verketteren werkwoord (verketter, verkettert, verketterde, verketterden, verketterd)

  1. verketteren

Conjugations for verketteren:

o.t.t.
  1. verketter
  2. verkettert
  3. verkettert
  4. verketteren
  5. verketteren
  6. verketteren
o.v.t.
  1. verketterde
  2. verketterde
  3. verketterde
  4. verketterden
  5. verketterden
  6. verketterden
v.t.t.
  1. heb verketterd
  2. hebt verketterd
  3. heeft verketterd
  4. hebben verketterd
  5. hebben verketterd
  6. hebben verketterd
v.v.t.
  1. had verketterd
  2. had verketterd
  3. had verketterd
  4. hadden verketterd
  5. hadden verketterd
  6. hadden verketterd
o.t.t.t.
  1. zal verketteren
  2. zult verketteren
  3. zal verketteren
  4. zullen verketteren
  5. zullen verketteren
  6. zullen verketteren
o.v.t.t.
  1. zou verketteren
  2. zou verketteren
  3. zou verketteren
  4. zouden verketteren
  5. zouden verketteren
  6. zouden verketteren
diversen
  1. verketter!
  2. verkettert!
  3. verketterd
  4. verketterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verketteren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verketzern verketteren aanrekenen; aanwrijven; berispen; beschuldigen; blameren; gispen; hekelen; laken; nadragen; verwijten; voor de voeten gooien; voorhouden