Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verhogen (Nederlands) in het Duits

verhogen:

verhogen werkwoord (verhoog, verhoogt, verhoogde, verhoogden, verhoogd)

  1. verhogen (hoger maken)
    erhöhen; steigern; aufhöhen; erheben
    • erhöhen werkwoord (erhöhe, erhöhst, erhöht, erhöhte, erhöhtet, erhöht)
    • steigern werkwoord (steigere, steigerst, steigert, steigerte, steigertet, gesteigert)
    • aufhöhen werkwoord (höhe auf, höhst auf, höht auf, höhte auf, höhtet auf, aufgehöht)
    • erheben werkwoord (erhebe, erhebst, erhebt, erhob, erhobt, erhoben)
  2. verhogen (ophogen)
    erhöhen; aufhöhen; heben; anhäufen; aufschütten
    • erhöhen werkwoord (erhöhe, erhöhst, erhöht, erhöhte, erhöhtet, erhöht)
    • aufhöhen werkwoord (höhe auf, höhst auf, höht auf, höhte auf, höhtet auf, aufgehöht)
    • heben werkwoord (hebe, hebst, hebt, hob, hobt, gehoben)
    • anhäufen werkwoord (häufe an, häufst an, häuft an, häufte an, häuftet an, angehäuft)
    • aufschütten werkwoord (schütte auf, schüttest auf, schüttet auf, schüttete auf, schüttetet auf, aufgeschüttet)

Conjugations for verhogen:

o.t.t.
  1. verhoog
  2. verhoogt
  3. verhoogt
  4. verhogen
  5. verhogen
  6. verhogen
o.v.t.
  1. verhoogde
  2. verhoogde
  3. verhoogde
  4. verhoogden
  5. verhoogden
  6. verhoogden
v.t.t.
  1. heb verhoogd
  2. hebt verhoogd
  3. heeft verhoogd
  4. hebben verhoogd
  5. hebben verhoogd
  6. hebben verhoogd
v.v.t.
  1. had verhoogd
  2. had verhoogd
  3. had verhoogd
  4. hadden verhoogd
  5. hadden verhoogd
  6. hadden verhoogd
o.t.t.t.
  1. zal verhogen
  2. zult verhogen
  3. zal verhogen
  4. zullen verhogen
  5. zullen verhogen
  6. zullen verhogen
o.v.t.t.
  1. zou verhogen
  2. zou verhogen
  3. zou verhogen
  4. zouden verhogen
  5. zouden verhogen
  6. zouden verhogen
diversen
  1. verhoog!
  2. verhoogt!
  3. verhoogd
  4. verhogend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

verhogen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het verhogen (opaarden; ophopen)
    Anhäufen; Erhöhen

Vertaal Matrix voor verhogen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Anhäufen opaarden; ophopen; verhogen cumuleren; opeenhopen; opstapelen
Erhöhen opaarden; ophopen; verhogen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anhäufen ophogen; verhogen accumuleren; cumuleren; hopen; op elkaar stapelen; op elkaar zetten; opeenhopen; opstapelen; stapelen
aufhöhen hoger maken; ophogen; verhogen heffen; omhoog doen
aufschütten ophogen; verhogen
erheben hoger maken; verhogen eisen; heffen; in opstand komen; inmanen; invorderen; lichten; omhoog brengen; omhoog doen; omhoogheffen; omhoogkomen; opheffen; oprichten; opstijgen; optillen; optrekken; opvliegen; overeindzetten; rebelleren; tillen; vereisen; vergen; verlangen; vorderen
erhöhen hoger maken; ophogen; verhogen heffen; omhoog doen; opdrijven; ophogen; opschroeven; opslag geven; talrijker maken; uitbreiden; veel doen stijgen; vergroten; vermeerderen
heben ophogen; verhogen heffen; lichten; naar boven tillen; omhoog brengen; omhoog doen; omhooghalen; omhoogheffen; omhoogkomen; omhoogtrekken; opheffen; opstijgen; optillen; opvliegen; tillen; verhelpen
steigern hoger maken; verhogen aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; doen stijgen; gedijen; groeien; groter worden; hoger bieden; omhooggaan; omhoogkomen; opbieden; opstijgen; opvliegen; opzetten; stijgen; talrijker maken; toenemen; trappen van vergelijking vormen; uitbreiden; vergroten; vermeerderen

Verwante definities voor "verhogen":

  1. hoger maken1
    • de benzinepompen hebben hun prijzen verhoogd1

Wiktionary: verhogen

verhogen
verb
  1. hoger doen worden

Cross Translation:
FromToVia
verhogen anfallen accrue — increase
verhogen vermehren; erhöhen; vergrößern augment — to increase, make larger or supplement
verhogen zunehmen; wachsen augment — to become greater
verhogen verstärken reinforce — to strengthen by addition
verhogen aufdrehen; erhöhen up — increase
verhogen erhöhen; erheben; höher machen hausserrendre plus haut, mettre dans une situation plus haute, élever.
verhogen wiederherstellen releverremettre debout ce qui était tomber ; remettre une chose dans la situation où elle doit être, une personne dans son attitude naturelle.

Verwante vertalingen van verhogen