Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verhit (Nederlands) in het Duits
verhit:
-
verhit (geagiteerd; levendig)
aufgeregt; erhitzt; aufgeweckt; tüchtig; erregt; hitzig; feurig; agitiert; frisch; lebhaft; munter; lebendig; aufgebracht; quick-
aufgeregt bijvoeglijk naamwoord
-
erhitzt bijvoeglijk naamwoord
-
aufgeweckt bijvoeglijk naamwoord
-
tüchtig bijvoeglijk naamwoord
-
erregt bijvoeglijk naamwoord
-
hitzig bijvoeglijk naamwoord
-
feurig bijvoeglijk naamwoord
-
agitiert bijvoeglijk naamwoord
-
frisch bijvoeglijk naamwoord
-
lebhaft bijvoeglijk naamwoord
-
munter bijvoeglijk naamwoord
-
lebendig bijvoeglijk naamwoord
-
aufgebracht bijvoeglijk naamwoord
-
quick bijvoeglijk naamwoord
-
-
verhit (koorts hebbend; koortsig; koortsachtig)
-
verhit (koortsig)
fieberhaft; erhitzt; hitzig; fieberig-
fieberhaft bijvoeglijk naamwoord
-
erhitzt bijvoeglijk naamwoord
-
hitzig bijvoeglijk naamwoord
-
fieberig bijvoeglijk naamwoord
-
-
verhit (vurig)
feurig; glühend; inbrünstig; leidenschaftlich; sehnlich-
feurig bijvoeglijk naamwoord
-
glühend bijvoeglijk naamwoord
-
inbrünstig bijvoeglijk naamwoord
-
leidenschaftlich bijvoeglijk naamwoord
-
sehnlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
verhit (vurig)
leidenschaftlich; erregt; hitzig; feurig; brünstig; hitzköpfig; heißblütig-
leidenschaftlich bijvoeglijk naamwoord
-
erregt bijvoeglijk naamwoord
-
hitzig bijvoeglijk naamwoord
-
feurig bijvoeglijk naamwoord
-
brünstig bijvoeglijk naamwoord
-
hitzköpfig bijvoeglijk naamwoord
-
heißblütig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor verhit:
Verwante woorden van "verhit":
verhit vorm van verhitten:
-
verhitten (eten opwarmen; opwarmen; verwarmen; warm maken)
wärmen; aufwärmen; erhitzen; heizen; erwärmen von Essen; überhitzen; heißlaufen; aufkochen; glühen; feuern; aufbraten-
erwärmen von Essen werkwoord
Conjugations for verhitten:
o.t.t.
- verhit
- verhit
- verhit
- verhitten
- verhitten
- verhitten
o.v.t.
- verhitte
- verhitte
- verhitte
- verhitten
- verhitten
- verhitten
v.t.t.
- heb verhit
- hebt verhit
- heeft verhit
- hebben verhit
- hebben verhit
- hebben verhit
v.v.t.
- had verhit
- had verhit
- had verhit
- hadden verhit
- hadden verhit
- hadden verhit
o.t.t.t.
- zal verhitten
- zult verhitten
- zal verhitten
- zullen verhitten
- zullen verhitten
- zullen verhitten
o.v.t.t.
- zou verhitten
- zou verhitten
- zou verhitten
- zouden verhitten
- zouden verhitten
- zouden verhitten
en verder
- ben verhit
- bent verhit
- is verhit
- zijn verhit
- zijn verhit
- zijn verhit
diversen
- verhit!
- verhit!
- verhit
- verhittend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor verhitten:
Wiktionary: verhitten
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verhitten | → erhitzen | ↔ heat — to cause an increase in temperature of an object or space |
• verhitten | → anregen; stimulieren; anfeuern; aufregen | ↔ exciter — Engager, porter à. |
• verhitten | → ärgern; erbittern; erzürnen; anfeuern; aufregen; anregen; ermutigen; erregen; reizen; schüren; anfachen; aufreizen | ↔ hérisser — dresser ses cheveux, ses poils, ses plumes, en parlant de l’homme et des animaux. |