Nederlands
Uitgebreide vertaling voor veren (Nederlands) in het Duits
veren:
-
veren (opveren)
Conjugations for veren:
o.t.t.
- veer
- veert
- veert
- veren
- veren
- veren
o.v.t.
- veerde
- veerde
- veerde
- veerden
- veerden
- veerden
v.t.t.
- heb geveerd
- hebt geveerd
- heeft geveerd
- hebben geveerd
- hebben geveerd
- hebben geveerd
v.v.t.
- had geveerd
- had geveerd
- had geveerd
- hadden geveerd
- hadden geveerd
- hadden geveerd
o.t.t.t.
- zal veren
- zult veren
- zal veren
- zullen veren
- zullen veren
- zullen veren
o.v.t.t.
- zou veren
- zou veren
- zou veren
- zouden veren
- zouden veren
- zouden veren
diversen
- veer!
- veert!
- geveerd
- verend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor veren:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Gefieder | gevederte; pluimage; vederdos; veren | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
federn | opveren; veren | zwiepen |