Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. verdiepen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verdiepen (Nederlands) in het Duits

verdiepen:

verdiepen werkwoord (verdiep, verdiept, verdiepte, verdiepten, verdiept)

  1. verdiepen
    vertiefen; aushöhlen
    • vertiefen werkwoord (vertiefe, vertiefst, vertieft, vertiefte, vertieftet, vertieft)
    • aushöhlen werkwoord (höhle aus, höhlst aus, höhlt aus, höhlte aus, höhltet aus, ausgehöhlt)

Conjugations for verdiepen:

o.t.t.
  1. verdiep
  2. verdiept
  3. verdiept
  4. verdiepen
  5. verdiepen
  6. verdiepen
o.v.t.
  1. verdiepte
  2. verdiepte
  3. verdiepte
  4. verdiepten
  5. verdiepten
  6. verdiepten
v.t.t.
  1. heb verdiept
  2. hebt verdiept
  3. heeft verdiept
  4. hebben verdiept
  5. hebben verdiept
  6. hebben verdiept
v.v.t.
  1. had verdiept
  2. had verdiept
  3. had verdiept
  4. hadden verdiept
  5. hadden verdiept
  6. hadden verdiept
o.t.t.t.
  1. zal verdiepen
  2. zult verdiepen
  3. zal verdiepen
  4. zullen verdiepen
  5. zullen verdiepen
  6. zullen verdiepen
o.v.t.t.
  1. zou verdiepen
  2. zou verdiepen
  3. zou verdiepen
  4. zouden verdiepen
  5. zouden verdiepen
  6. zouden verdiepen
diversen
  1. verdiep!
  2. verdiept!
  3. verdiept
  4. verdiepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verdiepen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aushöhlen verdiepen iets afbreken; slopen; uitdiepen; uitgraven; uithollen
vertiefen verdiepen

Wiktionary: verdiepen

verdiepen
verb
  1. dieper maken
  2. ernstig nadenken over

Cross Translation:
FromToVia
verdiepen fesseln absorb — to occupy fully (4)

Verwante vertalingen van verdiepen