Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Vertaal verdedigd

Vertaal verdedigd van Nederlands naar Duits

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

verdedigd:
- verteidigt; geschützt
verdedigen:
- verteidigen; schutzen; behüten
- Abwehren; Verteidigen; Wehren
Wiktionary:
- verdedigen → verteidigen, verfechten
- verdedigen → beteuern, beschützen, behaupten, verteidigen, abwehren, in Schutz nehmen, als Rechtsanwalt tätig sein, vertreten, befürworten

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verdedigd (Nederlands) in het Duits

verdedigd:

verdedigd bijvoeglijk naamwoord

verdedigd
verteidigt; geschützt
- verteidigt bijvoeglijk naamwoord
- geschützt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor verdedigd:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
geschützt	verdedigd	afgeschermd; beschermd; beveiligd; beveiligend; luw; met uitsterven bedreigd; windluw
verteidigt	verdedigd

verdedigen:

verdedigen werkwoord (verdedig, verdedigt, verdedigde, verdedigden, verdedigd)

verdedigen (verweren; afweren; weren)
verteidigen
- verteidigen werkwoord (verteidige, verteidigst, verteidigt, verteidigte, verteidigtet, verteidigt)
verdedigen (beschermen; beschutten; in bescherming nemen)
schutzen; behüten
- schutzen werkwoord
- behüten werkwoord (behüte, behütest, behütet, behütete, behütetet, behütet)

Conjugations for verdedigen:

o.t.t.

verdedig
verdedigt
verdedigt
verdedigen
verdedigen
verdedigen

o.v.t.

verdedigde
verdedigde
verdedigde
verdedigden
verdedigden
verdedigden

v.t.t.

heb verdedigd
hebt verdedigd
heeft verdedigd
hebben verdedigd
hebben verdedigd
hebben verdedigd

v.v.t.

had verdedigd
had verdedigd
had verdedigd
hadden verdedigd
hadden verdedigd
hadden verdedigd

o.t.t.t.

zal verdedigen
zult verdedigen
zal verdedigen
zullen verdedigen
zullen verdedigen
zullen verdedigen

o.v.t.t.

zou verdedigen
zou verdedigen
zou verdedigen
zouden verdedigen
zouden verdedigen
zouden verdedigen

diversen

verdedig!
verdedigt!
verdedigd
verdedigend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

verdedigen [znw.] zelfstandig naamwoord

verdedigen (weren; afweren; verweren)
Abwehren; Verteidigen; Wehren
- Abwehren [das ~] zelfstandig naamwoord
- Verteidigen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Wehren [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor verdedigen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Abwehren	afweren; verdedigen; verweren; weren
Verteidigen	afweren; verdedigen; verweren; weren
Wehren	afweren; verdedigen; verweren; weren
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
behüten	beschermen; beschutten; in bescherming nemen; verdedigen	behoeden; behouden; beschermen; in bescherming nemen
schutzen	beschermen; beschutten; in bescherming nemen; verdedigen
verteidigen	afweren; verdedigen; verweren; weren	bepleiten; pleiten

Antoniemen van "verdedigen":

aanvallen

Verwante definities voor "verdedigen":

beschermen tegen aanvallen¹
- de soldaten hebben het gebouw verdedigd¹

Wiktionary: verdedigen

verdedigen

verb

beschermen tegen een aanval
- verdedigen → verteidigen

verdedigen

verb

Auffassung, Meinung, Standpunkt und Anderes vehement vertreten; für etwas energisch eintreten
- verfechten → bepleiten; verdedigen; vorstaan

Cross Translation:

From	To	Via
• verdedigen	→ beteuern	↔ assert — To maintain or defend, as a cause or a claim, by words or measures
• verdedigen	→ beschützen	↔ shield — to protect, to defend
• verdedigen	→ behaupten; beschützen; verteidigen; abwehren; in Schutz nehmen	↔ défendre — protéger une personne contre une attaque.
• verdedigen	→ als Rechtsanwalt tätig sein; verteidigen; vertreten; befürworten	↔ préconiser — rare\|fr louer publiquement, vanter, prôner.

Computer vertaling door derden:

¹Muiswerk Woordenboek