Nederlands

Uitgebreide vertaling voor veranderlijkheid (Nederlands) in het Duits

veranderlijkheid:

veranderlijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de veranderlijkheid
    die Veränderlichkeit; die Wandelbarkeit
  2. de veranderlijkheid (wisselvalligheid; onbestendigheid)
    die Unbeständigkeit; die Schwankung; die Vergänglichkeit; die Veränderlichkeit

Vertaal Matrix voor veranderlijkheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Schwankung onbestendigheid; veranderlijkheid; wisselvalligheid aarzeling; besluiteloosheid; fluctuatie; hapering; kink in de kabel; slingerende beweging; slingering; tweestrijd; twijfel; twijfeling; weifeling; zigzaggende beweging; zwaai
Unbeständigkeit onbestendigheid; veranderlijkheid; wisselvalligheid twijfelmoedigheid; wankelmoedigheid
Vergänglichkeit onbestendigheid; veranderlijkheid; wisselvalligheid vergankelijkheid; vluchtigheid
Veränderlichkeit onbestendigheid; veranderlijkheid; wisselvalligheid
Wandelbarkeit veranderlijkheid

Verwante woorden van "veranderlijkheid":


veranderlijk:

veranderlijk bijvoeglijk naamwoord

  1. veranderlijk (inconsistent)
    unbeständig; zweifelhaft; wechselhaft; unentschlossen
  2. veranderlijk (onbestendig; wisselvallig)
    veränderlich; unbeständig; variabel; wandelbar; flatterhaft

Vertaal Matrix voor veranderlijk:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flatterhaft onbestendig; veranderlijk; wisselvallig barok; fladderig; grillig; lichtjes; los; nukkig; onberekenbaar; ongedurig; onvast; onvoorspelbaar; rank; vlinderachtig; wankel; wankelbaar; wankelend; wispelturig
unbeständig inconsistent; onbestendig; veranderlijk; wisselvallig aarzelend; buiig; geestelijk onstabiel; grillig; halfslachtig; labiel; los; nukkig; onberekenbaar; ongedurig; onstabiel; onstandvastig; onvast; onvoorspelbaar; rank; schoorvoetend; twijfelmoedig; variërend; wankel; wankelbaar; wankelend; wankelmoedig; weifelend; wispelturig; wisselend; wisselvallig
unentschlossen inconsistent; veranderlijk aarzelend; besluiteloos; besluitloos; dralend; halfslachtig; langzaam; leuterig; onbeslist; onstandvastig; onuitgemaakt; schoorvoetend; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; twijfelmoedig; wankelmoedig; weifelachtig; weifelend
variabel onbestendig; veranderlijk; wisselvallig grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; variabel; variabele; variërend; wispelturig
veränderlich onbestendig; veranderlijk; wisselvallig grillig; los; nukkig; onberekenbaar; onvast; onvoorspelbaar; rank; variabele; wankel; wankelbaar; wankelend; wispelturig
wandelbar onbestendig; veranderlijk; wisselvallig grillig; los; nukkig; onberekenbaar; onvast; onvoorspelbaar; rank; variabele; variërend; wankel; wankelbaar; wankelend; wispelturig; wisselend; wisselvallig
wechselhaft inconsistent; veranderlijk buiig; los; onvast; rank; variërend; wankel; wankelbaar; wankelend; wisselend; wisselvallig
zweifelhaft inconsistent; veranderlijk discutabel; niet zeker; ongewis; onvast; twijfelachtig

Verwante woorden van "veranderlijk":


Wiktionary: veranderlijk


Cross Translation:
FromToVia
veranderlijk dynamisch dynamic — not steady; in motion
veranderlijk variabel variable — able to vary
veranderlijk variabel variable — likely to vary
veranderlijk variabel variable — mathematics: having no fixed quantitative value
veranderlijk wandlungsfähig; wendig versatile — changeable or inconstant
veranderlijk veränderlich; beweglich; mobil mobile — Qui se meut ou qui peut être mû, qui n’est pas fixe. (Sens général).

Computer vertaling door derden: