Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Vertaal vasten

Vertaal vasten van Nederlands naar Duits

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

vasten:
- Enthaltung; Enthaltsamkeit; Verzicht
- fasten; enthalten
Wiktionary:
- vasten → Fastenzeit
- vasten → fasten
- vasten → Fasten, Fastenzeit, fasten

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vasten (Nederlands) in het Duits

vasten:

vasten [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de vasten (onthouden)
die Enthaltung; die Enthaltsamkeit; der Verzicht
- Enthaltung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Enthaltsamkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verzicht [der ~] zelfstandig naamwoord

vasten werkwoord (vast, vastte, vastten, gevast)

vasten (abstineren)
fasten; enthalten
- fasten werkwoord (faste, fastest, fastet, fastete, fastetet, gefast)
- enthalten werkwoord (enthalte, enthältest, enthält, enthielt, enthieltet, enthalten)

Conjugations for vasten:

o.t.t.

vast
vast
vast
vastten
vastten
vastten

o.v.t.

vastte
vastte
vastte
vastten
vastten
vastten

v.t.t.

heb gevast
hebt gevast
heeft gevast
hebben gevast
hebben gevast
hebben gevast

v.v.t.

had gevast
had gevast
had gevast
hadden gevast
hadden gevast
hadden gevast

o.t.t.t.

zal vasten
zult vasten
zal vasten
zullen vasten
zullen vasten
zullen vasten

o.v.t.t.

zou vasten
zou vasten
zou vasten
zouden vasten
zouden vasten
zouden vasten

en verder

ben gevast
bent gevast
is gevast
zijn gevast
zijn gevast
zijn gevast

diversen

vast!
vast!
gevast
vastend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor vasten:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Enthaltsamkeit	onthouden; vasten	't afzien van; abstinentie; afschaffing; geheelonthouding; onderbreken; onderbreking; onthouding; verbreken
Enthaltung	onthouden; vasten	't afzien van; abstinentie; afschaffing; geheelonthouding; onderbreken; onderbreking; onthouding; verbreken
Verzicht	onthouden; vasten	't afzien van; abstinentie; afschaffing; geheelonthouding; onderbreken; onderbreking; onthouding; verbreken
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
enthalten	abstineren; vasten	abstineren; afslaan; afwijzen; afwimpelen; bedanken; behelzen; bevatten; bijsluiten; bijvoegen; hongerstaken; inhouden; insluiten; omtrekken; onthouden; opnemen; opslaan; toevoegen
fasten	abstineren; vasten	hongerstaken

Wiktionary: vasten

vasten

noun

een tijd waarin men zich meest om religieuze redenen bepaalde zaken, veelal voedsel, ontzegt
- vasten → Fastenzeit

verb

zich onthouden van voedsel
- vasten → fasten

Cross Translation:

From	To	Via
• vasten	→ Fasten; Fastenzeit	↔ Lent — period of penitence for Christians before Easter
• vasten	→ fasten	↔ fast — to abstain from or eat very little food
• vasten	→ Fastenzeit	↔ fasting — period of time when one abstains from or eats very little food
• vasten	→ Fastenzeit	↔ carême — christianisme‎\|fr temps d’abstinence et de jeûne qui comprendre quarante-six jours entre le mardi gras et le jour de Pâques, et pendant lequel un certain nombre de jeûnes, d’abstinences et d’autres privations sont ordonnées par l’Église.
• vasten	→ Fasten	↔ jeûne — abstention totale d’aliments.
• vasten	→ fasten	↔ jeûner — manger peu, manger moins qu’il ne falloir, ou même ne pas manger du tout, soit par une privation volontaire, soit par une abstinence forcer et faute d’aliments.