Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Vertaal variabele

Vertaal variabele van Nederlands naar Duits

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

variabele:
- variabel; veränderlich; wandelbar
- Variable
variabel:
- variabel; variierend
Wiktionary:
- variabele → Variable
- variabele → Variable, Parameter, Symbol, Platzhalter, Variablensymbol
- variabel → variabel

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor variabele (Nederlands) in het Duits

variabele:

variabele bijvoeglijk naamwoord

variabele
variabel; veränderlich; wandelbar
- variabel bijvoeglijk naamwoord
- veränderlich bijvoeglijk naamwoord
- wandelbar bijvoeglijk naamwoord

variabele

variabele
Variable
- Variable

Vertaal Matrix voor variabele:

Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Variable	variabele
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
variabel	variabele	grillig; nukkig; onberekenbaar; onbestendig; onvoorspelbaar; variabel; variërend; veranderlijk; wispelturig; wisselvallig
veränderlich	variabele	grillig; los; nukkig; onberekenbaar; onbestendig; onvast; onvoorspelbaar; rank; veranderlijk; wankel; wankelbaar; wankelend; wispelturig; wisselvallig
wandelbar	variabele	grillig; los; nukkig; onberekenbaar; onbestendig; onvast; onvoorspelbaar; rank; variërend; veranderlijk; wankel; wankelbaar; wankelend; wispelturig; wisselend; wisselvallig

Verwante woorden van "variabele":

variabel

Wiktionary: variabele

variabele

noun

Mathematik: Symbol, das für verschiedene Werte stehen kann
- Variable → variabele

Cross Translation:

From	To	Via
• variabele	→ Variable	↔ variable — something that is variable
• variabele	→ Variable	↔ variable — something whose value may be dictated or discovered
• variabele	→ Variable; Parameter	↔ variable — mathematics: a quantity that may assume any one of a set of values
• variabele	→ Variable; Symbol; Platzhalter; Variablensymbol	↔ variable — mathematics: a symbol representing a variable
• variabele	→ Variable	↔ variable — computing: a named mutable piece of storage

variabel:

variabel bijvoeglijk naamwoord

variabel (variërend)
variabel; variierend
- variabel bijvoeglijk naamwoord
- variierend bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor variabel:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
variabel	variabel; variërend	grillig; nukkig; onberekenbaar; onbestendig; onvoorspelbaar; variabele; veranderlijk; wispelturig; wisselvallig
variierend	variabel; variërend	variërend; wisselend; wisselvallig

Verwante woorden van "variabel":

variabeler, variabelere, variabele

Wiktionary: variabel

Cross Translation:

From	To	Via
• variabel	→ variabel	↔ variable — able to vary
• variabel	→ variabel	↔ variable — likely to vary
• variabel	→ variabel	↔ variable — mathematics: having no fixed quantitative value

Computer vertaling door derden: