Nederlands
Uitgebreide vertaling voor van huis weglopen (Nederlands) in het Duits
van huis weglopen:
-
van huis weglopen (weglopen)
von zu Hause ausreißen; weglaufen; fortlaufen; davonlaufen-
von zu Hause ausreißen werkwoord
-
fortlaufen werkwoord
-
davonlaufen werkwoord
-
Vertaal Matrix voor van huis weglopen:
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| davonlaufen | van huis weglopen; weglopen | wegdraven; weghaasten; weghollen; wegijlen; wegrennen; wegsnellen; wegspoeden; wegstuiven |
| fortlaufen | van huis weglopen; weglopen | |
| von zu Hause ausreißen | van huis weglopen; weglopen | |
| weglaufen | van huis weglopen; weglopen | de plaat poetsen; ervandoor gaan; hem smeren; lopend weggaan; weglopen; zich uit de voeten maken |