Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Vertaal vakkundigheid

Vertaal vakkundigheid van Nederlands naar Duits

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

vakkundigheid:
- Sachkenntnis; Sachkunde; Sachverstand; fachmännischeKönnen
vakkundig:
- fachkundig; fachgerecht; sachverständig; kompetent; sachkundig; fachmännisch
Wiktionary:
- vakkundig → sachgerecht, zünftig
- vakkundig → kompetent, zuständig

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vakkundigheid (Nederlands) in het Duits

vakkundigheid:

vakkundigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de vakkundigheid (deskundigheid; kennis van zaken)
die Sachkenntnis; die Sachkunde; der Sachverstand; fachmännischeKönnen
- Sachkenntnis [die ~] zelfstandig naamwoord
- Sachkunde [die ~] zelfstandig naamwoord
- Sachverstand [der ~] zelfstandig naamwoord
- fachmännischeKönnen [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vakkundigheid:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Sachkenntnis	deskundigheid; kennis van zaken; vakkundigheid	mate van kunstbeheersing; techniek
Sachkunde	deskundigheid; kennis van zaken; vakkundigheid
Sachverstand	deskundigheid; kennis van zaken; vakkundigheid	bekwaamheid; capaciteit; geleerdheid; handigheid; kennis; kneep; kunst; kwaliteit; ter zake kundigheid; toer; truc; weten
fachmännischeKönnen	deskundigheid; kennis van zaken; vakkundigheid

Verwante woorden van "vakkundigheid":

vakkundigheden, vakkundig

vakkundigheid vorm van vakkundig:

vakkundig bijvoeglijk naamwoord

vakkundig (oordeelkundig; vakbekwaam; competent; deskundig; ter zake kundig)
fachkundig; fachgerecht; sachverständig; kompetent; sachkundig; fachmännisch
- fachkundig bijvoeglijk naamwoord
- fachgerecht bijvoeglijk naamwoord
- sachverständig bijvoeglijk naamwoord
- kompetent bijvoeglijk naamwoord
- sachkundig bijvoeglijk naamwoord
- fachmännisch bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor vakkundig:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fachgerecht	competent; deskundig; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig	kundig
fachkundig	competent; deskundig; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig	kundig
fachmännisch	competent; deskundig; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig	bedreven; bekwaam; briljant; geniaal; geoefend; gespecialiseerd; ingenieus; knap; kundig; kunstig; specialistisch; vaardig; vernuftig; vindingrijk
kompetent	competent; deskundig; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig	bekwaam; capabel; competent; geschikt
sachkundig	competent; deskundig; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig
sachverständig	competent; deskundig; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig	bedachtzaam; bedreven; bekwaam; briljant; correct; doordacht; geniaal; geoefend; ingenieus; knap; kundig; kunstig; nadenkend; pienter; raadzaam; vaardig; vernuftig; verstandig; vindingrijk; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig

Verwante woorden van "vakkundig":

vakkundigheid, vakkundiger, vakkundigere, vakkundige

Wiktionary: vakkundig

vakkundig

adjective

sachlich richtig
- sachgerecht → doelmatig; zakelijk; vakkundig
fachmännisch, dem Stand entsprechend
- zünftig → vakkundig

Cross Translation:

From	To	Via
• vakkundig	→ kompetent; zuständig	↔ compétent — juri\|fr Qui appartenir, qui est dû en vertu de certains droits. Il ne se dit, en ce sens, que d’une portion de quelque bien, de quelque domaine.

Computer vertaling door derden: