Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. vaars:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vaars (Nederlands) in het Duits

vaars:

vaars [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de vaars
    die Färse
    • Färse [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vaars:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Färse vaars

Verwante woorden van "vaars":

  • vaarzen

Wiktionary: vaars

vaars
noun
  1. veeteelt|nld koe die nog niet gekalfd heeft
vaars
noun
  1. Deutschland; Österreich nur fachsprachlich: geschlechtsreifes weibliches Hausrind, das noch kein Kalb geboren hat

Cross Translation:
FromToVia
vaars Queene; Kalbin; Kalbe; Färse heifer — young cow
vaars Färse génisse — élevage|fr jeune vache nullipare.