Nederlands
Uitgebreide vertaling voor vaal worden (Nederlands) in het Duits
vaal worden:
-
vaal worden (vervagen; vervalen; verschieten; verkleuren)
sichverfärben; verblassen; erblassen; erbleichen; einschießen; bleichen-
sichverfärben werkwoord
-
einschießen werkwoord (schieße ein, schießest ein, schießt ein, schoß ein, schoßt ein, eingeschossen)
-
Conjugations for vaal worden:
o.t.t.
- word vaal
- wordt vaal
- wordt vaal
- worden vaal
- worden vaal
- worden vaal
o.v.t.
- werd vaal
- werd vaal
- werd vaal
- werden vaal
- werden vaal
- werden vaal
v.t.t.
- ben vaal geworden
- bent vaal geworden
- is vaal geworden
- zijn vaal geworden
- zijn vaal geworden
- zijn vaal geworden
v.v.t.
- was vaal geworden
- was vaal geworden
- was vaal geworden
- waren vaal geworden
- waren vaal geworden
- waren vaal geworden
o.t.t.t.
- zal vaal worden
- zult vaal worden
- zal vaal worden
- zullen vaal worden
- zullen vaal worden
- zullen vaal worden
o.v.t.t.
- zou vaal worden
- zou vaal worden
- zou vaal worden
- zouden vaal worden
- zouden vaal worden
- zouden vaal worden
diversen
- word vaal!
- wordt vaal!
- vaal geworden
- vaal wordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze