Nederlands

Uitgebreide vertaling voor unfair (Nederlands) in het Duits

unfair:

unfair bijvoeglijk naamwoord

  1. unfair (onbillijk; onrechtvaardig; ongegrond; onredelijk)
    ungerecht; unbillig; grundlos; unehrlich
  2. unfair (onsportief)
    unsportlich; unlauter; unfair
  3. unfair (oneerlijk; onterecht; onrechtvaardig; ongegrond; onbillijk)
    ungerecht; unberechtigt; unfair; unverdient; unbillig; unlauter

Vertaal Matrix voor unfair:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grundlos onbillijk; ongegrond; onrechtvaardig; onredelijk; unfair armzalig; bodemloos; gammel; karig; krakkemikkig; los; mager; ongefundeerd; ongegrond; ongemotiveerd; onvast; pover; rank; schamel; schraal; wankel; wankelbaar; wankelend; zonder basis; zonder grond; zonder reden; zwak
unberechtigt onbillijk; oneerlijk; ongegrond; onrechtvaardig; onterecht; unfair illegaal; incapabel; onbekend met; onkundig; onrechtmatig; onwettig; verboden bij de wet
unbillig onbillijk; oneerlijk; ongegrond; onrechtvaardig; onredelijk; onterecht; unfair
unehrlich onbillijk; ongegrond; onrechtvaardig; onredelijk; unfair
unfair onbillijk; oneerlijk; ongegrond; onrechtvaardig; onsportief; onterecht; unfair
ungerecht onbillijk; oneerlijk; ongegrond; onrechtvaardig; onredelijk; onterecht; unfair onverdiend
unlauter onbillijk; oneerlijk; ongegrond; onrechtvaardig; onsportief; onterecht; unfair onkies; onkuis; onrein; onzindelijk
unsportlich onsportief; unfair
unverdient onbillijk; oneerlijk; ongegrond; onrechtvaardig; onterecht; unfair onverdiend

Verwante woorden van "unfair":

  • unfaire