Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- uitval:
- uitvallen:
-
Wiktionary:
- uitval → Ausfall
- uitval → Ausbruch, Gefühlsausbruch, Anfall, Ausfall
- uitvallen → ausfallen
- uitvallen → entsagen, verzichten, entäußern, fortlassen, überlassen, unterlassen, abtreten, nachgeben, weichen, zedieren, übertragen, einräumen, zurückweichen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor uitval (Nederlands) in het Duits
uitval:
-
de uitval (emotionele uitval; uitbarsting; uitbarsten)
-
de uitval
Vertaal Matrix voor uitval:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Ausbrechen | emotionele uitval; uitbarsten; uitbarsting; uitval | |
Ausbruch | emotionele uitval; uitbarsten; uitbarsting; uitval | losbarsting; ontlading; ontsnapping; ontvluchting; plotselinge uitbarsting; uitbraak; uitbreken |
Ausfall | emotionele uitval; uitbarsten; uitbarsting; uitval | uitvallen; wegvallen |
Schrumpfung | emotionele uitval; uitbarsten; uitbarsting; uitval | afname; daling; minder worden; ontering; salarisverlaging; slinking; terugloop; val; verlaging; verschrompeling |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Ausschuss | uitval |
uitval vorm van uitvallen:
-
het uitvallen (wegvallen)
Vertaal Matrix voor uitvallen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Ausfall | uitvallen; wegvallen | emotionele uitval; uitbarsten; uitbarsting; uitval |
Fortfall | uitvallen; wegvallen | |
Wegfall | uitvallen; wegvallen |
Wiktionary: uitvallen
uitvallen
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitvallen | → entsagen; verzichten; entäußern; fortlassen; überlassen; unterlassen; abtreten; nachgeben; weichen; zedieren; übertragen; einräumen; zurückweichen | ↔ abandonner — Se remettre à ; se laisser aller à ; se livrer à. |
• uitvallen | → entsagen; verzichten | ↔ renoncer — Se désister de quelque chose, soit par acte exprès, soit autrement. |
• uitvallen | → entsagen; verzichten | ↔ résigner — Se démettre, remettre. désuet|fr Il s’entendait ordinairement d’un bénéfice. |