Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. uitstrekking:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitstrekking (Nederlands) in het Duits

uitstrekking:

uitstrekking [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. uitstrekking (uitrekking)
    die Streckung; die Ausdehnung; die Dehnung; die Ausladung

Vertaal Matrix voor uitstrekking:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ausdehnung uitrekking; uitstrekking aangroei; aanwas; afmeting; dimensie; expansie; expulsie; formaat; groei; grootte; het groter worden; maat; mate; omvang; uitbreiding; uitdijen; uitdijing; uitgebreidheid; uitgestrektheid; uitzetten; vergroting; wijd worden
Ausladung uitrekking; uitstrekking lossing; ontlading; plotselinge uitbarsting; uitlading; uitsteeksel
Dehnung uitrekking; uitstrekking rek; rekbaarheid; spankracht; veerkracht
Streckung uitrekking; uitstrekking aanlenging; verdunning; versnijding

Computer vertaling door derden: