Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. uitslover:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitslover (Nederlands) in het Duits

uitslover:

uitslover [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de uitslover
    der Arschkrieger; der Schleicher; der Kriecher; Arbeitstier; der Speichellecker

Vertaal Matrix voor uitslover:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Arbeitstier uitslover huissloof; loonslaaf; moeke; sloof; werkezel; werkpaard; werkslaaf
Arschkrieger uitslover
Kriecher uitslover hielenlikker; kruiper; lage vleier; likker; slijmerd; sluiper; snorder; strooplikker
Schleicher uitslover gladjanus; gluiperd; gluiperds; kruipers; slijmerd
Speichellecker uitslover hielenlikker; kruiper; lage vleier; likker; slijmerd; strooplikker

Verwante woorden van "uitslover":

  • uitslovers