Nederlands
Uitgebreide vertaling voor uitscheppen (Nederlands) in het Duits
uitscheppen:
-
uitscheppen (leeghozen; hozen)
ausschöpfen; fischen-
ausschöpfen werkwoord (schöpfe aus, schöpfst aus, schöpft aus, schöpfte aus, schöpftet aus, ausgeschöpft)
-
Vertaal Matrix voor uitscheppen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ausschöpfen | hozen; leeghozen; uitscheppen | hozen; lenen; ontlenen; uithoren |
fischen | hozen; leeghozen; uitscheppen | hengelen; vissen; visvangen |