Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- uitrusting:
-
Wiktionary:
- uitrusting → Equipment
- uitrusting → Ausrüstung
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor uitrusting (Nederlands) in het Duits
uitrusting:
-
de uitrusting (outfit; outillage; versiering; uitmonstering; benodigde; uitzet; monstering)
die Ausstattung; die Ausrüstung; die Verzierung; die Ausschmückung; die Ausstaffierung; die Girlande; die Zierde -
de uitrusting (toerusting)
Vertaal Matrix voor uitrusting:
Wiktionary: uitrusting
uitrusting
Cross Translation:
noun
-
Gesamtheit der Ausrüstungsgegenstände für ein bestimmtes Vorhaben
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitrusting | → Ausrüstung | ↔ equipment — the act of equipping |
• uitrusting | → Ausrüstung | ↔ equipment — whatever is used in equipping |