Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. uitrusting:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitrusting (Nederlands) in het Duits

uitrusting:

uitrusting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de uitrusting (outfit; outillage; versiering; )
    die Ausstattung; die Ausrüstung; die Verzierung; die Ausschmückung; die Ausstaffierung; die Girlande; die Zierde
  2. de uitrusting (toerusting)
    die Ausstattung; die Ausrüstung

Vertaal Matrix voor uitrusting:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ausrüstung benodigde; monstering; outfit; outillage; toerusting; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering
Ausschmückung benodigde; monstering; outfit; outillage; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering corsage; decor; decoratie; decoreren; draperie; garnering; opluisteren; opluistering; opsieren; opsiering; opsmukken; ornamentiek; sierwerk; tooi; tooien; versieren; versiering; versieringen aanbrengen; versiersel
Ausstaffierung benodigde; monstering; outfit; outillage; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering gewaad; kleren; tenue
Ausstattung benodigde; monstering; outfit; outillage; toerusting; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering aankleding; decoratie; gewaad; inrichting; kleren; tenue; versiering
Girlande benodigde; monstering; outfit; outillage; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering bloemenfestoen; bloemenslinger; guirlande; opluisteren; slinger; tooien; versieren
Verzierung benodigde; monstering; outfit; outillage; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; opluisteren; opluistering; opsiering; ornament; ornamentiek; sierwerk; tooi; tooien; versieren; versiering; versiersel
Zierde benodigde; monstering; outfit; outillage; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering

Wiktionary: uitrusting

uitrusting
noun
  1. Gesamtheit der Ausrüstungsgegenstände für ein bestimmtes Vorhaben

Cross Translation:
FromToVia
uitrusting Ausrüstung equipment — the act of equipping
uitrusting Ausrüstung equipment — whatever is used in equipping