Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitgeven (Nederlands) in het Duits

uitgeven:

uitgeven werkwoord

  1. uitgeven (op de markt brengen; lanceren)
  2. uitgeven (spenderen; besteden)
    spendieren; ausgeben; aufwenden
    • spendieren werkwoord (spendiere, spendierst, spendiert, spendierte, spendiertet, spendiert)
    • ausgeben werkwoord (gebe aus, gibst aus, gibt aus, gab aus, gabt aus, ausgegeben)
    • aufwenden werkwoord (wende auf, wendest auf, wendet auf, wendete auf, wendetet auf, aufgewendet)
  3. uitgeven (uitbrengen)
    ausbringen; herausbringen; ausgeben; abgeben; erstatten
    • ausbringen werkwoord (bringe aus, bringst aus, bringt aus, bracht aus, brachtet aus, ausgebracht)
    • herausbringen werkwoord (bringe heraus, bringst heraus, bringt heraus, bracht heraus, brachtet heraus, herausgebracht)
    • ausgeben werkwoord (gebe aus, gibst aus, gibt aus, gab aus, gabt aus, ausgegeben)
    • abgeben werkwoord (gebe ab, gibst ab, gab ab, gabt ab, abgegeben)
    • erstatten werkwoord
  4. uitgeven
    ausgeben
    • ausgeben werkwoord (gebe aus, gibst aus, gibt aus, gab aus, gabt aus, ausgegeben)

uitgeven [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. uitgeven (publiceren)
    Publizieren; Veröffentlichen; Herausgeben; Ausgeben

Vertaal Matrix voor uitgeven:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ausgeben publiceren; uitgeven
Herausgeben publiceren; uitgeven
Publizieren publiceren; uitgeven
Veröffentlichen publiceren; uitgeven
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abgeben uitbrengen; uitgeven aanleveren; afgeven; afleveren; afstaan; bestellen; bezorgen; brengen; inleveren; leveren; lossen; overgeven; overhandigen; thuisbezorgen; toeleveren; uitladen
aufwenden besteden; spenderen; uitgeven consumeren; gebruiken; kosten maken; verbruiken
ausbringen uitbrengen; uitgeven
ausgeben besteden; spenderen; uitbrengen; uitgeven besteden; distribueren; doorbrengen; doorleven; doorstaan; iets uitgeven; ronddelen; slijten; uitkeren; uitreiken; verdelen; verdragen; verduren; vergeven; verstrekken; verteren; weggeven; wegschenken
beim publikum einführen lanceren; op de markt brengen; uitgeven
erstatten uitbrengen; uitgeven compenseren; goedmaken; restitueren; vergoeden
herausbringen uitbrengen; uitgeven naar buiten brengen; ontcijferen; ontdekken; ontknopen; ontraadselen; ontrafelen; ontwaren; ontwarren; oplossen; opsporen; tot een oplossing brengen; uit de war halen; uit elkaar halen
lancieren lanceren; op de markt brengen; uitgeven
spendieren besteden; spenderen; uitgeven besteden; doorbrengen; feestelijk onthalen; fuiven; fêteren; slijten
- besteden
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ausgeben weggegeven

Synoniemen voor "uitgeven":


Verwante definities voor "uitgeven":

  1. het ervoor gebruiken1
    • ik heb altijd veel geld aan boeken uitgegeven1
  2. laten drukken en verkopen1
    • Wolters geeft veel schoolboeken uit1
  3. zeggen dat je iemand anders bent1
    • hij geeft zich uit voor arts, maar hij is slager1

Wiktionary: uitgeven

uitgeven
verb
  1. financiële middelen aanspreken
  2. een geschrift in drukvorm verspreiden

Cross Translation:
FromToVia
uitgeven ausgeben; austeilen; verteilen dispense — To issue, distribute, or put out
uitgeven herausgeben; veröffentlichen publish — to issue something (usually printed work) for sale and distribution
uitgeven ausgeben; verausgaben dépenser — Employer telle ou telle somme à l’achat de telle ou telle chose.
uitgeven herausgeben; ausgeben; emittieren; verlegen éditerpublier un ouvrage ou le mettre en vente ; s’emploie généralement au sujet d’un livre.

uitgegeven:

uitgegeven bijvoeglijk naamwoord

  1. uitgegeven (besteed; gespendeerd)
    spendiert; ausgegeben

Vertaal Matrix voor uitgegeven:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ausgegeben besteed; gespendeerd; uitgegeven gepresenteerd; verstrekt
spendiert besteed; gespendeerd; uitgegeven

Verwante vertalingen van uitgeven