Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. tweesprong:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tweesprong (Nederlands) in het Duits

tweesprong:

tweesprong [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de tweesprong (wegsplitsing)
    die Abzweigung; die Gabelung

Vertaal Matrix voor tweesprong:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Abzweigung tweesprong; wegsplitsing aftakking; driesprong; kruising; kruising van straten; kruispunt; splitsing; vertakking; wegkruising; wegsplitsing
Gabelung tweesprong; wegsplitsing aftakking; driesprong; knooppunt; kruising; kruising van straten; kruispunt; opsplitsing; overtocht; overvaart; splitsing; verkeersknooppunt; vertakking; wegkruising; wegsplitsing; zijtak

Verwante woorden van "tweesprong":


Wiktionary: tweesprong


Cross Translation:
FromToVia
tweesprong Gabelung bifurcation — any place where one divides into two