Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. trommeltjes:
  2. trommeltje:
  3. trommel:
  4. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor trommeltjes (Nederlands) in het Duits

trommeltjes:

trommeltjes [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. trommeltjes (slaginstrumentjes)
    Schlaginstrument; die kleine Trommel

Vertaal Matrix voor trommeltjes:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Schlaginstrument slaginstrumentjes; trommeltjes slaginstrument
kleine Trommel slaginstrumentjes; trommeltjes

Verwante woorden van "trommeltjes":


trommeltjes vorm van trommeltje:

trommeltje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het trommeltje (slaginstrumentje)
    Schlaginstrumentche

Vertaal Matrix voor trommeltje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Schlaginstrumentche slaginstrumentje; trommeltje

Verwante woorden van "trommeltje":


trommeltjes vorm van trommel:

trommel [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de trommel (trom)
    die Trommel; die Dose; die Büchse
    • Trommel [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Dose [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Büchse [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. de trommel (opbergblik; blik; bus; blikje)
    die Büchse; die Dose; die Vorratsdose; die Konserve
    • Büchse [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Dose [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Vorratsdose [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Konserve [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor trommel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Büchse blik; blikje; bus; opbergblik; trom; trommel blik; blikje; box; buitenkant; buks; busje; conservenblik; doos; dun metaal; etui; foedraal; huls; karabijn; koker; kokervormig doosje; metaal; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; opbergdoos; opbergruimte; tin
Dose blik; blikje; bus; opbergblik; trom; trommel blik; box; buitenkant; conservenblik; doos; dosis; huls; metaal; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; opbergdoos; opbergruimte; portie; tin; verpakking
Konserve blik; blikje; bus; opbergblik; trommel blik; conservenblik; metaal; tin
Trommel trom; trommel
Vorratsdose blik; blikje; bus; opbergblik; trommel

Verwante woorden van "trommel":


Wiktionary: trommel

trommel
noun
  1. ein rundes, hohles Musikinstrument, über das eine Tierhaut spannen ist und auf das man mit der Hand oder einem Stock schlägt

Cross Translation:
FromToVia
trommel trommeln drum — to beat with a rapid succession of strokes
trommel Trommel tambour — instrument de musique