Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- treiteren:
- treiter:
-
Wiktionary:
- treiteren → quälen, triezen
- treiteren → einschüchtern, schikanieren, kujonieren, martern, peinigen, quälen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor treiteren (Nederlands) in het Duits
treiteren:
-
treiteren (pesten; plagen; koeioneren; kwellen; tergen; narren; tarten; sarren)
quälen; plagen; triezen; schinden; schikanieren; brutal vorgehen; belästigen; tyrannisieren; einschüchtern; wegekeln; piesacken; martern-
schikanieren werkwoord (schikaniere, schikanierst, schikaniert, schikanierte, schikaniertet, schikanier)
-
brutal vorgehen werkwoord (gehe brutal vor, gehst brutal vor, geht brutal vor, ging brutal vor, gingt brutal vor, brutal vorgegangen)
-
tyrannisieren werkwoord (tyrannisiere, tyrannisierst, tyrannisiert, tyrannisierte, tyrannisiertet, tyrannisiert)
-
einschüchtern werkwoord (schüchtere ein, schüchterst ein, schüchtert ein, schüchterte ein, schüchtertet ein, eingeschüchtert)
-
treiteren (sarren; uitdagen; pesten; plagen; tarten; stangen; jennen; zieken; tergen)
ärgern; triezen; piesacken; provozieren; striezen; schikanieren; reizen; zusetzen-
schikanieren werkwoord (schikaniere, schikanierst, schikaniert, schikanierte, schikaniertet, schikanier)
Conjugations for treiteren:
o.t.t.
- treiter
- treitert
- treitert
- treiteren
- treiteren
- treiteren
o.v.t.
- treiterde
- treiterde
- treiterde
- treiterden
- treiterden
- treiterden
v.t.t.
- heb getreiterd
- hebt getreiterd
- heeft getreiterd
- hebben getreiterd
- hebben getreiterd
- hebben getreiterd
v.v.t.
- had getreiterd
- had getreiterd
- had getreiterd
- hadden getreiterd
- hadden getreiterd
- hadden getreiterd
o.t.t.t.
- zal treiteren
- zult treiteren
- zal treiteren
- zullen treiteren
- zullen treiteren
- zullen treiteren
o.v.t.t.
- zou treiteren
- zou treiteren
- zou treiteren
- zouden treiteren
- zouden treiteren
- zouden treiteren
en verder
- ben getreiterd
- bent getreiterd
- is getreiterd
- zijn getreiterd
- zijn getreiterd
- zijn getreiterd
diversen
- treiter!
- treitert!
- getreiterd
- treiterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
treiteren
Vertaal Matrix voor treiteren:
Verwante woorden van "treiteren":
Wiktionary: treiteren
treiteren
Cross Translation:
verb
treiteren
-
rottigheid uithalen ten nadele van iemand met het doel diegene dwars te zitten
- treiteren → quälen
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• treiteren | → einschüchtern; schikanieren; kujonieren | ↔ bully — to intimidate |
• treiteren | → martern; peinigen; quälen | ↔ tourmenter — Faire souffrir quelque tourment de corps. |
treiter:
-
de treiter
Vertaal Matrix voor treiter:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Quälgeist | treiter | kwelduivel; pestkop; plaaggeest; treiteraar; treiteraarster |