Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. trefwoord:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor trefwoord (Nederlands) in het Duits

trefwoord:

trefwoord [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het trefwoord
    Hauptwort
  2. het trefwoord
    Stichwort

Vertaal Matrix voor trefwoord:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Hauptwort trefwoord hoofdwoord; lemma
Stichwort trefwoord aanwijzing; consigne; steekwoord; tip; verkiezingsleus; vingerwenk; vingerwijzing; wachtwoord; wenk

Verwante woorden van "trefwoord":


Wiktionary: trefwoord

trefwoord
noun
  1. een titelwoord van een stuk tekst in een catalogus, woordenboek of encyclopedie
trefwoord
noun
  1. Plural 1: Wort, das man in einem Wörterbuch alphabetisch oder nach anderen Kriterien geordnet auffinden kann und erläutert ist oder einen Textverweis enthält

Cross Translation:
FromToVia
trefwoord Eintrag entry — article in a dictionary or encyclopedia