Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. topper:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor topper (Nederlands) in het Duits

topper:

topper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de topper (absolute meevaller; klapper)
    die Schpitzenschlager; der Gücksfall; der glückliche Zufall; gefundene fressen
  2. de topper (succesnummer; succes; hit; )
    der Klapper; der Hit
    • Klapper [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Hit [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor topper:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gücksfall absolute meevaller; klapper; topper
Hit hit; kasstuk; klapper; kraker; schlager; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer bestseller; hit; mazzel; meevaller; succes; successtuk
Klapper hit; kasstuk; klapper; kraker; schlager; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer applaudisseur; klapper; klepel; kleppel; klepper; knalbonbon; ratel; rotje
Schpitzenschlager absolute meevaller; klapper; topper
gefundene fressen absolute meevaller; klapper; topper
glückliche Zufall absolute meevaller; klapper; topper

Verwante woorden van "topper":


Wiktionary: topper

topper
noun
  1. übertragen: Höhepunkt
  2. Handel: ein erfolgreich und viel verkauftes Produkt
  3. alles, was durchschlagenden Erfolg hat und außerordentlich schnell und leicht Verbreitung findet (ein guter Witz, ein guter Einfall)
  4. der beste oder einer der besten Punkte in einer längeren Abfolge von verschiedenen Ereignissen, die sich vorher schon positiv entwickelt haben

Cross Translation:
FromToVia
topper Bergente greater scaup — Aythya marila
topper Bergente scaup — diving-duck
topper bergente fuligule milouinan — ornithol|fr Espèce d'oiseau palmipède de la famille des anatidés, un petit canard plongeur, à bec bleu et aux yeux jaunes dont le mâle à la tête foncée, la poitrine et la queue noires, le dos clair et le ventre blanc.