Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. toom:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor toom (Nederlands) in het Duits

toom:

toom [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de toom (gareel; tuig; harnas)
    Joch
    • Joch [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. de toom (leidsel; teugel)
    der Zügel; der Zaum; Lenkseil
    • Zügel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Zaum [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Lenkseil [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor toom:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Joch gareel; harnas; toom; tuig juk
Lenkseil leidsel; teugel; toom
Zaum leidsel; teugel; toom breidel; halsband; leiband
Zügel leidsel; teugel; toom breidel; halsband; leiband; leidsels; teugels

Verwante woorden van "toom":

  • tomen, toompje

Wiktionary: toom

toom
  1. zum Zügeln am Kopf von Zug-, Last- und Reittieren angebrachte Vorrichtung bestehend aus Zaumgebiss und Riemenzeug

Cross Translation:
FromToVia
toom Zaum; Zäumung; Zügel bride — équitation|fr harnais placé sur la tête du cheval et destiné à l’arrêter ou à le diriger, selon la volonté du cavalier.