Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. toilet:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor toilet (Nederlands) in het Duits

toilet:

toilet [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het toilet (WC; plee; closet)
    die Toilette; die WC
    • Toilette [die ~] zelfstandig naamwoord
    • WC [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor toilet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Toilette WC; closet; plee; toilet latrine; wc
WC WC; closet; plee; toilet wc
- jurk; wc

Verwante woorden van "toilet":

  • toiletten

Synoniemen voor "toilet":


Verwante definities voor "toilet":

  1. kledingstuk voor vrouwen, bestaande uit bovenstuk met vaste rok1
    • ze had een kleurig toiletje aan1
  2. waar of waarop je poept of plast1
    • kunt u me zeggen waar het toilet is?1

Wiktionary: toilet

toilet
noun
  1. een plaats waar men zich kan ontlasten
toilet
Cross Translation:
FromToVia
toilet Klosett; Klo; Toilette; WC bathroom — a room containing a toilet
toilet Toilette; WC; Klo can — toilet
toilet Toilette restroom — public room containing a toilet
toilet WC; Toilette; Kloset; Klo toilet — lavatory, w.c. (the room)
toilet Anwaltsbüro; Abort; Abtritt cabinet — Petite pièce retirée.
toilet Toilette toilettes — Petit espace clos utilisé pour se soulager des déjections corporelles, telles que l’urine, les selles et les vomissures.

Verwante vertalingen van toilet