Nederlands
Uitgebreide vertaling voor toestroom (Nederlands) in het Duits
toestroom:
-
toestroom
Vertaal Matrix voor toestroom:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Andrang | toestroom | aandrang; beroering; drang; drukte; geraas; heibel; heksenketel; herrie; het toestromen; het toevloeien; impuls; instroming; instroom; kabaal; lawaai; leven; luim; oploopje; opschudding; opwelling; pandemonium; prikkel; rumoer; samenkomst; spektakel; toeloop; tumult |
Zustrom | toestroom | het toestromen; het toevloeien; instroming; instroom |
Verwante woorden van "toestroom":
toestroom vorm van toestromen:
-
toestromen (massaal opkomen)
einströmen; hineinlaufen; herbeiströmen-
hineinlaufen werkwoord (laufe hinein, läufst hinein, läuft hinein, lief hinein, lieft hinein, hineingelaufen)
-
herbeiströmen werkwoord (ströme herbei, strömst herbei, strömt herbei, strömte herbei, strömtet herbei, herbeigeströmt)
Conjugations for toestromen:
o.t.t.
- stroom toe
- stroomt toe
- stroomt toe
- stromen toe
- stromen toe
- stromen toe
o.v.t.
- stroomde toe
- stroomde toe
- stroomde toe
- stroomden toe
- stroomden toe
- stroomden toe
v.t.t.
- ben toegestroomd
- bent toegestroomd
- is toegestroomd
- zijn toegestroomd
- zijn toegestroomd
- zijn toegestroomd
v.v.t.
- was toegestroomd
- was toegestroomd
- was toegestroomd
- waren toegestroomd
- waren toegestroomd
- waren toegestroomd
o.t.t.t.
- zal toestromen
- zult toestromen
- zal toestromen
- zullen toestromen
- zullen toestromen
- zullen toestromen
o.v.t.t.
- zou toestromen
- zou toestromen
- zou toestromen
- zouden toestromen
- zouden toestromen
- zouden toestromen
diversen
- stroom toe!
- stroomt toe!
- toegestroomd
- toestromend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor toestromen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
einströmen | massaal opkomen; toestromen | binnenstromen; instromen |
herbeiströmen | massaal opkomen; toestromen | binnenstromen; toelopen |
hineinlaufen | massaal opkomen; toestromen | betreden; binnengaan; binnenkomen; binnenlopen; binnenstappen; binnenstromen; binnentreden; ingaan; instromen |