Toestanden in het Duits vertaald uit het Nederlands

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor toestanden (Nederlands) in het Duits

toestanden:

toestanden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de toestanden
der Zustände; die Umstände
- Zustände [der ~] zelfstandig naamwoord
- Umstände [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor toestanden:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Umstände	toestanden	omstandigheden; omstandigheid; rompslomp; situatie; toestand; veel gedoe
Zustände	toestanden	gesteldheden

Verwante woorden van "toestanden":

toestand

toestand:

toestand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de toestand (gesteldheid; staat; positie)
der Zustand; die Kondition; die Beschaffenheit; der Gemütszustand
- Zustand [der ~] zelfstandig naamwoord
- Kondition [die ~] zelfstandig naamwoord
- Beschaffenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gemütszustand [der ~] zelfstandig naamwoord
de toestand (staat; conditie)
der Zustand; die Kondition; die Verfassung; die Beschaffenheit
- Zustand [der ~] zelfstandig naamwoord
- Kondition [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verfassung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Beschaffenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
de toestand (heisa)
Getue; die Scherereien; Trara
- Getue [das ~] zelfstandig naamwoord
- Scherereien [die ~] zelfstandig naamwoord
- Trara [das ~] zelfstandig naamwoord
de toestand (situatie; omstandigheden; omstandigheid)
die Situation; die Umstände; der Umstand
- Situation [die ~] zelfstandig naamwoord
- Umstände [die ~] zelfstandig naamwoord
- Umstand [der ~] zelfstandig naamwoord

toestand

toestand
der Status
- Status [der ~] zelfstandig naamwoord
toestand
der Zustand
- Zustand [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor toestand:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Beschaffenheit	conditie; gesteldheid; positie; staat; toestand	conditie; gesteldheid; hoedanigheid; kwaliteit; vorm
Gemütszustand	gesteldheid; positie; staat; toestand	geestesgesteldheid; gemoedsgesteldheid; instelling; psychische toestand; stemming
Getue	heisa; toestand	beroering; drukte; geaffecteerdheid; gedoe; geraas; grote menigte; heibel; heksenketel; lawaai; leven; omhaal; opschudding; pandemonium; rompslomp; rumoer; toeloop; tumult; veel gedoe; veel mensen
Kondition	conditie; gesteldheid; positie; staat; toestand	beding; bepaling; beperking; conditie; criterium; eis; kriterium; voorwaarde; vorm
Scherereien	heisa; toestand	chagrijn; ergernis; gelazer; geval; moeilijkheid; narigheden; narigheid; penarie; probleem; probleemgeval; problemen; trammelant
Situation	omstandigheden; omstandigheid; situatie; toestand
Status	toestand	beschikbaarheid; betalingsstatus; goedkeuringsstatus; maatschappelijk aanzien; online status; status
Trara	heisa; toestand	beroering; drukte; gedruis; geraas; heibel; heksenketel; lawaai; leven; opschudding; pandemonium; rumoer; tumult
Umstand	omstandigheden; omstandigheid; situatie; toestand
Umstände	omstandigheden; omstandigheid; situatie; toestand	rompslomp; toestanden; veel gedoe
Verfassung	conditie; staat; toestand	conditie; constitutie; gestel; grondwet; lichaamsbouw; ligging; positie; vorm
Zustand	conditie; gesteldheid; positie; staat; toestand	ligging; positie; status
-	staat

Verwante woorden van "toestand":

toestanden

Synoniemen voor "toestand":

staat

Verwante definities voor "toestand":

hoe iets of iemand is¹
- de toestand van de patiënt is goed¹

Wiktionary: toestand

toestand

noun

geheel van omstandigheden
- toestand → Zustand; Beschaffenheit
een ongelukkige situatie
- toestand → Zustand

toestand

noun

nur Plural, umgangssprachlich: plötzlich auftretende körperliche Beschwerden oder schlechte Laune
- Zustand → toestand
Art und Weise, wie etwas zu einem bestimmen Zeitpunkt ist
- Zustand → staat; toestand
heutzutage sehr selten im Plural: Eigenart oder Zustand einer Sache
- Beschaffenheit → toestand; hoedanigheid; aard; natuur; gesteldheid

Cross Translation:

From	To	Via
• toestand	→ Zustand; Beschaffenheit	↔ condition — state of an object
• toestand	→ Bedingung; Klausel; Vorbehalt	↔ condition — nature, état ou qualité d’une chose ou d’une personne.
• toestand	→ Situation; Lage; Zustand	↔ situation — position d’une ville, d’un château, d’une maison, d’un jardin, etc.
• toestand	→ Zustand; Stand	↔ état — Disposition de quelqu’un, de quelque chose

Vertaal toestanden van Nederlands naar Duits

Uitgebreide vertaling voor toestanden (Nederlands) in het Duits

toestanden:

toestanden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de toestanden

Vertaal Matrix voor toestanden:

Verwante woorden van "toestanden":

toestand:

toestand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de toestand (gesteldheid; staat; positie)

de toestand (staat; conditie)

de toestand (heisa)

de toestand (situatie; omstandigheden; omstandigheid)

toestand

toestand

toestand

Vertaal Matrix voor toestand:

Verwante woorden van "toestand":

Synoniemen voor "toestand":

Verwante definities voor "toestand":

Wiktionary: toestand