Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- toespitsen:
-
Wiktionary:
- toespitsen → sauer machen, säuern, ansäuern
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor toespitsen (Nederlands) in het Duits
toespitsen:
-
toespitsen (intensiveren; versterken; aanscherpen; verhevigen)
verstärken; intensivieren; stärken; verschärfen-
intensivieren werkwoord (intensiviere, intensivierst, intensiviert, intensivierte, intensiviertet, intensiviert)
Conjugations for toespitsen:
o.t.t.
- spits toe
- spitst toe
- spitst toe
- spitsen toe
- spitsen toe
- spitsen toe
o.v.t.
- spitste toe
- spitste toe
- spitste toe
- spitsten toe
- spitsten toe
- spitsten toe
v.t.t.
- heb toegespitst
- hebt toegespitst
- heeft toegespitst
- hebben toegespitst
- hebben toegespitst
- hebben toegespitst
v.v.t.
- had toegespitst
- had toegespitst
- had toegespitst
- hadden toegespitst
- hadden toegespitst
- hadden toegespitst
o.t.t.t.
- zal toespitsen
- zult toespitsen
- zal toespitsen
- zullen toespitsen
- zullen toespitsen
- zullen toespitsen
o.v.t.t.
- zou toespitsen
- zou toespitsen
- zou toespitsen
- zouden toespitsen
- zouden toespitsen
- zouden toespitsen
en verder
- ben toegespitst
- bent toegespitst
- is toegespitst
- zijn toegespitst
- zijn toegespitst
- zijn toegespitst
diversen
- spits toe!
- spitst toe!
- toegespitst
- toespitsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor toespitsen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
intensivieren | aanscherpen; intensiveren; toespitsen; verhevigen; versterken | |
stärken | aanscherpen; intensiveren; toespitsen; verhevigen; versterken | aansterken; stijf maken; stijven |
verschärfen | aanscherpen; intensiveren; toespitsen; verhevigen; versterken | aanhalen; verscherpen |
verstärken | aanscherpen; intensiveren; toespitsen; verhevigen; versterken | bezwaren; consolideren; gewicht toevoegen; sterken; sterker maken; sterker worden; versterken; verstevigen; verzwaren; zwaarder maken |
Wiktionary: toespitsen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• toespitsen | → sauer machen; säuern; ansäuern | ↔ aigrir — rendre aigre. |