Nederlands
Uitgebreide vertaling voor toenmalig (Nederlands) in het Duits
toenmalig:
-
toenmalig (voormalig; voormalige; vroeger; vorige; vroegere; ex; voorheen; geweest; gewezen)
früher; vorig; ehemalig; seinerzeitig-
früher bijvoeglijk naamwoord
-
vorig bijvoeglijk naamwoord
-
ehemalig bijvoeglijk naamwoord
-
seinerzeitig bijvoeglijk naamwoord
-
-
toenmalig (van toen)
derzeitig; seinerzeitig; früher-
derzeitig bijvoeglijk naamwoord
-
seinerzeitig bijvoeglijk naamwoord
-
früher bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor toenmalig:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
derzeitig | toenmalig; van toen | eigentijds; hedendaags; hedentendage; huidig; in deze dagen; in deze tijd; modern; tegenwoordig; van nu; van vandaag; vandaag de dag |
ehemalig | ex; geweest; gewezen; toenmalig; voorheen; voormalig; voormalige; vorige; vroeger; vroegere | destijds; eermaals; indertijd; toen; toenmaals; toentertijd |
früher | ex; geweest; gewezen; toenmalig; van toen; voorheen; voormalig; voormalige; vorige; vroeger; vroegere | eerder; eertijds; inleidend; voorafgaand; voordien; voorgaand; voorheen; voormaals; vooropgaand; voortijds; vooruitgaand; vroeger |
seinerzeitig | ex; geweest; gewezen; toenmalig; van toen; voorheen; voormalig; voormalige; vorige; vroeger; vroegere | |
vorig | ex; geweest; gewezen; toenmalig; voorheen; voormalig; voormalige; vorige; vroeger; vroegere | afgelopen; inleidend; jongstleden; verleden; voorafgaand; voorgaand; vooropgaand; vooruitgaand; vorig |