Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor tijd (Nederlands) in het Duits
tijd:
-
de tijd
Vertaal Matrix voor tijd:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Zeit | tijd | |
Zeitabschnitt | tijd | epoch; epoche; era; periode; poosje; sluitingstermijn; termijn; tijdlimiet; tijdperk; tijdsbestek; tijdsbestek van een uur; tijdsduur; tijdsgewricht; tijdsruimte; tijdsverloop; tijdvak; uur |
Zeitalter | tijd | eeuw; epoch; epoche; era; honderd jaar; lange tijd; periode; tijdperk; tijdsgewricht; tijdsverloop; tijdvak |
Zeitraum | tijd | epoch; epoche; era; periode; sluitingstermijn; termijn; tijdlimiet; tijdperk; tijdruimte; tijdsbestek; tijdsbestek van een uur; tijdsduur; tijdsgewricht; tijdsruimte; tijdsverloop; tijdvak; uur |
- | periode; poos | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | oer |
Verwante woorden van "tijd":
Synoniemen voor "tijd":
Verwante definities voor "tijd":
Wiktionary: tijd
tijd
Cross Translation:
noun
tijd
-
de onstuitbare gang der dingen van toekomst door het heden naar het verleden
- tijd → Zeit
noun
-
ein begrenzter Abschnitt innerhalb des Ablaufes von Zeiteinheiten
-
ein bestimmter Moment im Ablauf von Zeiteinheiten
-
der stetige Ablauf von Zeiteinheiten
-
Linguistik, speziell Grammatik: Eigenschaft, grammatische Kategorie des Verbs zur Anzeige einer Zeit oder Zeitstufe
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• tijd | → Periode; Epoche; Zeit | ↔ age — particular period of time in history |
• tijd | → Zeit; Tempus | ↔ tense — verb forms distinguishing time |
• tijd | → Zeit | ↔ time — inevitable passing of events |
• tijd | → Zeit | ↔ time — quantity of availability in time |
• tijd | → Zeit | ↔ time — measurement of a quantity of time |
• tijd | → Zeit; Zeitpunkt | ↔ time — particular moment or hour |
• tijd | → Zeit | ↔ time — measurement under some system of the time of day or moment in time |
• tijd | → Zeit | ↔ time — youth or young adulthood |
• tijd | → Zeit | ↔ durée — espace de temps pendant lequel une chose dure. |
• tijd | → Zeit | ↔ temps — Durée des choses |