Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. tieten:
  2. tiet:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tieten (Nederlands) in het Duits

tieten:

tieten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de tieten (borsten; prammen; boezem)
    die Brüste; der Busen; die Brust
    • Brüste [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Busen [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Brust [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tieten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Brust boezem; borsten; prammen; tieten borst; tiet; vrouwenborst
Brüste boezem; borsten; prammen; tieten boezems
Busen boezem; borsten; prammen; tieten borst

Verwante woorden van "tieten":


Wiktionary: tieten


Cross Translation:
FromToVia
tieten Titte booby — woman’s breast

tiet:

tiet [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de tiet (vrouwenborst)
    die Titte; die Zitze; die Brust
    • Titte [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Zitze [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Brust [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tiet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Brust tiet; vrouwenborst boezem; borst; borsten; prammen; tieten
Titte tiet; vrouwenborst
Zitze tiet; vrouwenborst koeieuier; tepel; tepeltje; uier

Verwante woorden van "tiet":


Wiktionary: tiet

tiet
noun
  1. vrouwelijke borst
tiet
noun
  1. Biologie: zum Säugen dienendes Organ bei weiblichen Säugetieren

Cross Translation:
FromToVia
tiet Zitze; Euter tit — a mammary gland, teat
tiet Titte; Brust; Möpse tit — (slang, vulgar) a woman's breast
tiet Brust; Mutterbrust mamellepartie charnue et glanduleux du sein des mammifères femelles où se forme le lait.

Computer vertaling door derden: