Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- terugwijzen:
-
Wiktionary:
- terugwijzen → ausmerzen, ablehnen, ausschlagen, abweisen, abschlagen, versagen, weigern, verweigern, sich brechen, sich erbrechen, sich übergeben, zurücksenden, refutieren, widerlegen, fortwerfen, wegwerfen, abdanken, aufschieben, austreiben, ausweisen, aus dem Dienst entfernen, entlassen, aus dem Dienst entlassen, exen, fortjagen, fristen, reflektieren, rückstrahlen, stunden, übersenden, verabschieden, vertagen, vertreiben, verzögern, wegjagen, zurückkehren, drehen, kehren, umdrehen, umwälzen, wenden, umwenden, mengen, mischen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor terugwijzen (Nederlands) in het Duits
terugwijzen:
Conjugations for terugwijzen:
o.t.t.
- wijs terug
- wijst terug
- wijst terug
- wijzen terug
- wijzen terug
- wijzen terug
o.v.t.
- wees terug
- wees terug
- wees terug
- wezen terug
- wezen terug
- wezen terug
v.t.t.
- heb teruggewezen
- hebt teruggewezen
- heeft teruggewezen
- hebben teruggewezen
- hebben teruggewezen
- hebben teruggewezen
v.v.t.
- had teruggewezen
- had teruggewezen
- had teruggewezen
- hadden teruggewezen
- hadden teruggewezen
- hadden teruggewezen
o.t.t.t.
- zal terugwijzen
- zult terugwijzen
- zal terugwijzen
- zullen terugwijzen
- zullen terugwijzen
- zullen terugwijzen
o.v.t.t.
- zou terugwijzen
- zou terugwijzen
- zou terugwijzen
- zouden terugwijzen
- zouden terugwijzen
- zouden terugwijzen
en verder
- ben teruggewezen
- bent teruggewezen
- is teruggewezen
- zijn teruggewezen
- zijn teruggewezen
- zijn teruggewezen
diversen
- wijs terug!
- wijst terug!
- teruggewezen
- terugwijzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
terugwijzen
Vertaal Matrix voor terugwijzen:
Wiktionary: terugwijzen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• terugwijzen | → ausmerzen; ablehnen; ausschlagen; abweisen; abschlagen; versagen; weigern; verweigern | ↔ refuser — rejeter une demande, ne pas accorder ce qui demander ; ne pas vouloir faire ce qui est exiger, prescrire, ordonné. |
• terugwijzen | → sich brechen; sich erbrechen; sich übergeben; ablehnen; abschlagen; ausschlagen; versagen; weigern; verweigern; zurücksenden; refutieren; widerlegen; ausmerzen; abweisen; fortwerfen; wegwerfen | ↔ rejeter — Traductions à trier suivant le sens |
• terugwijzen | → abdanken; aufschieben; austreiben; ausweisen; aus dem Dienst entfernen; entlassen; aus dem Dienst entlassen; exen; fortjagen; fristen; reflektieren; rückstrahlen; stunden; übersenden; verabschieden; vertagen; vertreiben; verzögern; wegjagen; zurücksenden | ↔ renvoyer — envoyer de nouveau. |
• terugwijzen | → zurückkehren; drehen; kehren; umdrehen; umwälzen; wenden; umwenden; zurücksenden; mengen; mischen | ↔ retourner — aller de nouveau en un lieu. |