Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- terechtwijzen:
-
Wiktionary:
- terechtwijzen → ermahnen, verwarnen, verweisen, rügen, schelten, vorwerfen, Vorwürfe machen, brausen, sausen, zischen, bevorstehen, dräuhen, drohen, bedrohen, nehmen, wegnehmen, einnehmen, wiedererwerben, wiedererlangen, Vorwurf
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor terechtwijzen (Nederlands) in het Duits
terechtwijzen:
Conjugations for terechtwijzen:
o.t.t.
- wijs terecht
- wijst terecht
- wijst terecht
- wijzen terecht
- wijzen terecht
- wijzen terecht
o.v.t.
- wees terecht
- wees terecht
- wees terecht
- wezen terecht
- wezen terecht
- wezen terecht
v.t.t.
- heb terechtgewezen
- hebt terechtgewezen
- heeft terechtgewezen
- hebben terechtgewezen
- hebben terechtgewezen
- hebben terechtgewezen
v.v.t.
- had terechtgewezen
- had terechtgewezen
- had terechtgewezen
- hadden terechtgewezen
- hadden terechtgewezen
- hadden terechtgewezen
o.t.t.t.
- zal terechtwijzen
- zult terechtwijzen
- zal terechtwijzen
- zullen terechtwijzen
- zullen terechtwijzen
- zullen terechtwijzen
o.v.t.t.
- zou terechtwijzen
- zou terechtwijzen
- zou terechtwijzen
- zouden terechtwijzen
- zouden terechtwijzen
- zouden terechtwijzen
en verder
- ben terechtgewezen
- bent terechtgewezen
- is terechtgewezen
- zijn terechtgewezen
- zijn terechtgewezen
- zijn terechtgewezen
diversen
- wijs terecht!
- wijst terecht!
- terechtgewezen
- terechtwijzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor terechtwijzen:
Wiktionary: terechtwijzen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• terechtwijzen | → ermahnen; verwarnen; verweisen; rügen; schelten; vorwerfen; Vorwürfe machen; brausen; sausen; zischen; bevorstehen; dräuhen; drohen; bedrohen | ↔ gronder — Faire entendre un bruit sourd, parler des animaux, du tonnerre ou du vent. |
• terechtwijzen | → nehmen; wegnehmen; einnehmen; wiedererwerben; wiedererlangen | ↔ reprendre — Prendre de nouveau. (Sens général) |
• terechtwijzen | → schelten; vorwerfen; Vorwurf | ↔ reprocher — imputer la faute à quelqu’un, en l’blâmer, en lui faire des remontrances. |
• terechtwijzen | → ermahnen; verwarnen; verweisen; rügen; schelten; vorwerfen; Vorwürfe machen | ↔ réprimander — reprendre quelqu’un avec autorité, lui reprocher sa faute. |
• terechtwijzen | → schelten; vorwerfen; Vorwürfe machen | ↔ sermonner — (familier, fr) Faire des remontrances ennuyeux et hors de propos. |