Nederlands
Uitgebreide vertaling voor temporeel (Nederlands) in het Duits
temporeel:
-
temporeel (tijdelijk)
zeitlich; temporal; zeitweilig-
zeitlich bijvoeglijk naamwoord
-
temporal bijvoeglijk naamwoord
-
zeitweilig bijvoeglijk naamwoord
-
-
temporeel (tijdelijk; voorlopig; provisorisch; voorbijgaand; tussentijds; zolang; kortstondig; voor enige tijd; aards)
zeitlich; vorübergehend; temporär; zeitweilig; provisorisch; aushilfsweise-
zeitlich bijvoeglijk naamwoord
-
vorübergehend bijvoeglijk naamwoord
-
temporär bijvoeglijk naamwoord
-
zeitweilig bijvoeglijk naamwoord
-
provisorisch bijvoeglijk naamwoord
-
aushilfsweise bijvoeglijk naamwoord
-