Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. teint:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor teint (Nederlands) in het Duits

teint:

teint [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de teint (huidskleur)
    die Hautfarbe; die Gesichtsfarbe; der Teint

Vertaal Matrix voor teint:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gesichtsfarbe huidskleur; teint
Hautfarbe huidskleur; teint huidkleur; vleeskleur
Teint huidskleur; teint gelaatskleur

Wiktionary: teint

teint
noun
  1. Zustand und Farbe der Gesichtshaut

Cross Translation:
FromToVia
teint Gesichtsfarbe; Teint teint — Manière de teindre ; couleur obtenue par la teinture.