Nederlands
Uitgebreide vertaling voor tegen het lijf lopen (Nederlands) in het Duits
tegen het lijf lopen:
tegen het lijf lopen werkwoord (loop tegen het lijf, loopt tegen het lijf, liep tegen het lijf, liepen tegen het lijf, tegen het lijf gelopen)
-
tegen het lijf lopen
treffen; begegnen; über jemanden stolpern; unerwartet begegnen-
über jemanden stolpern werkwoord
-
unerwartet begegnen werkwoord
Conjugations for tegen het lijf lopen:
o.t.t.
- loop tegen het lijf
- loopt tegen het lijf
- loopt tegen het lijf
- lopen tegen het lijf
- lopen tegen het lijf
- lopen tegen het lijf
o.v.t.
- liep tegen het lijf
- liep tegen het lijf
- liep tegen het lijf
- liepen tegen het lijf
- liepen tegen het lijf
- liepen tegen het lijf
v.t.t.
- heb tegen het lijf gelopen
- hebt tegen het lijf gelopen
- heeft tegen het lijf gelopen
- hebben tegen het lijf gelopen
- hebben tegen het lijf gelopen
- hebben tegen het lijf gelopen
v.v.t.
- had tegen het lijf gelopen
- had tegen het lijf gelopen
- had tegen het lijf gelopen
- hadden tegen het lijf gelopen
- hadden tegen het lijf gelopen
- hadden tegen het lijf gelopen
o.t.t.t.
- zal tegen het lijf lopen
- zult tegen het lijf lopen
- zal tegen het lijf lopen
- zullen tegen het lijf lopen
- zullen tegen het lijf lopen
- zullen tegen het lijf lopen
o.v.t.t.
- zou tegen het lijf lopen
- zou tegen het lijf lopen
- zou tegen het lijf lopen
- zouden tegen het lijf lopen
- zouden tegen het lijf lopen
- zouden tegen het lijf lopen
en verder
- ben tegen het lijf gelopen
- bent tegen het lijf gelopen
- is tegen het lijf gelopen
- zijn tegen het lijf gelopen
- zijn tegen het lijf gelopen
- zijn tegen het lijf gelopen
diversen
- loop tegen het lijf!
- loopt tegen het lijf!
- tegen het lijf gelopen
- tegen het lijf lopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor tegen het lijf lopen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
begegnen | tegen het lijf lopen | aantreffen; bejegenen; bijeen komen; concessies doen; kennis maken met; naderen; ontmoeten; samenkomen; tegemoetkomen; tegenkomen; toenaderen; treffen; vinden; welwillendheid tonen |
treffen | tegen het lijf lopen | aangaan; beroeren; betreffen; beïnvloeden; bijeen komen; het treffen; iemand raken; iemand treffen; mazzel hebben; ontroeren; raken; samenkomen; treffen |
unerwartet begegnen | tegen het lijf lopen | |
über jemanden stolpern | tegen het lijf lopen |
Computer vertaling door derden: