Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. taalleraren:
  2. taalleraar:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor taalleraren (Nederlands) in het Duits

taalleraren:

taalleraren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de taalleraren
    die Sprachlehrer

Vertaal Matrix voor taalleraren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Sprachlehrer taalleraren spraakleraar; taalleraar; taalonderwijzer

Verwante woorden van "taalleraren":


taalleraar:

taalleraar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de taalleraar (taalonderwijzer)
    der Sprachlehrer

Vertaal Matrix voor taalleraar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Sprachlehrer taalleraar; taalonderwijzer spraakleraar; taalleraren

Verwante woorden van "taalleraar":