Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dickköpfig
|
onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai
|
bokkig; dikhoofdig; dwars; eigenwijs; eigenzinnig; halsstarrig; hardhoofdig; koppig; obstinaat; onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar; onverzettelijk; onwillig; onwrikbaar; stijfhoofdig; stijfkoppig; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
|
eigenbrötlerisch
|
onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai
|
|
eigensinnig
|
onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai
|
bokkig; dwars; eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; koppig; obstinaat; onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar; onwillig; stijfhoofdig; tegendraads; weerbarstig; weerspannig; zelfstandig
|
eigenwillig
|
onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai
|
bokkig; dwars; eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; koppig; onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar; onwillig; stijfhoofdig; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
|
fade
|
langdradig; saai; taai; zonder afleiding
|
afgezaagd; eentonig; flauw; melig; monotoon; saai; slaapverwekkend; smakeloos; suf; vervelend; zonder smaak; zouteloos
|
geistlos
|
langdradig; saai; taai; zonder afleiding
|
achterlijk; afgestompt; afgezaagd; afstompend; breinloos; dom; dood; eentonig; eenvoudig; geestdodend; geesteloos; gemakkelijk; hersenloos; idioot; inhoudsloos; leeg; levenloos; licht; makkelijk; monotoon; niet bezield; niet moeilijk; onbenullig; onbezield; onnozel; onverstandig; saai; simpel; slaapverwekkend; stom; stompzinnig; stupide; suf; verstandeloos; vervelend
|
geisttötend
|
langdradig; saai; taai; zonder afleiding
|
achterlijk; afgestompt; afgezaagd; afstompend; breinloos; dom; eentonig; geestdodend; geesteloos; hersenloos; idioot; monotoon; onbenullig; onnozel; onverstandig; saai; slaapverwekkend; stom; stompzinnig; stupide; suf; verstandeloos; vervelend
|
langweilig
|
langdradig; saai; taai; zonder afleiding
|
afgezaagd; afstompend; eentonig; ellendig; geestdodend; langdraadig; langwijlig; lastig; melig; monotoon; rot; saai; slaapverwekkend; stom; suf; vervelend
|
nicht abgelenkt
|
langdradig; saai; taai; zonder afleiding
|
|
starr
|
onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai
|
eigenwijs; eigenzinnig; geronnen; gestold; gestremd; halsstarrig; hardhoofdig; houterig; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwrikbaar; star; starend; stijf; stijfhoofdig; stijfkoppig; stijfselachtig; stijve; strak; stram; stroef; verstard; verstijfd
|
starrköpfig
|
onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai
|
bokkig; dwars; eigenwijs; eigenzinnig; halsstarrig; hardhoofdig; hardleers; houterig; koppig; obstinaat; onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar; onverzettelijk; onwillig; onwrikbaar; recalcitrant; star; stijf; stijfhoofdig; stijfkoppig; stijve; strak; stram; stroef; tegendraads; verstard; weerbarstig; weerspannig
|
starrsinnig
|
onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai
|
bokkig; dwars; eigenwijs; eigenzinnig; halsstarrig; hardhoofdig; hardleers; koppig; obstinaat; onbestuurbaar; onbuigzaam; onhandelbaar; onhanteerbaar; onverzettelijk; onwillig; onwrikbaar; opstandig; recalcitrant; stijfhoofdig; stijfkoppig; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
|
störrisch
|
onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai
|
agressief; bokkig; dwars; eigenwijs; eigenzinnig; gewelddadig; hardhoofdig; koppig; onbestuurbaar; onbuigzaam; onhandelbaar; onhanteerbaar; onverbiddelijk; onvermurwbaar; onwillig; opstandig; recalcitrant; stijfhoofdig; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
|
trotzig
|
onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai
|
eigenwijs; eigenzinnig; fier; flink; glorieus; groots; hardhoofdig; koppig; onbestuurbaar; onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar; onwillig; opstandig; prat; recalcitrant; stijfhoofdig; tegendraads; trots; weerbarstig; weerspannig
|
unbeugsam
|
onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai
|
houterig; onbuigbaar; star; stijf; stijve; strak; stram; stroef; verstard
|
widerborstig
|
onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai
|
afkerig van; eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; koppig; onbestuurbaar; onhandelbaar; onhanteerbaar; onwillig; opstandig; recalcitrant; stijfhoofdig; tegendraads; vijandig; weerbarstig; weerspannig
|
widerspenstig
|
onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai
|
bokkig; dwars; eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; koppig; met tegenzin; niet graag; onbestuurbaar; ongaarne; onhandelbaar; onhanteerbaar; onwillig; opstandig; recalcitrant; stijfhoofdig; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
|
widerwillig
|
onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai
|
eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; koppig; met tegenzin; niet graag; ongaarne; onwillig; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
|
öde
|
langdradig; saai; taai; zonder afleiding
|
afgezaagd; afgezonderd; armzalig; bitter teleurgesteld; desolaat; doods; dor; droog; eentonig; eenzaam; ellendig; karig; langdraadig; langwijlig; lastig; mager; melig; monotoon; pover; rot; saai; schamel; schraal; slaapverwekkend; suf; uitgestorven; verbitterd; verdord; vereenzaamd; verlaten; vervelend
|