Nederlands

Uitgebreide vertaling voor surveilleren (Nederlands) in het Duits

surveilleren:

surveilleren werkwoord (surveilleer, surveilleert, surveilleerde, surveilleerden, gesurveilleerd)

  1. surveilleren (toezicht houden; bewaken; toezien)
    bewachen; überwachen; patrouillieren; beaufsichtigen; inspizieren
    • bewachen werkwoord (bewache, bewachst, bewacht, bewachte, bewachtet, bewacht)
    • überwachen werkwoord (überwache, überwachst, überwacht, überwachte, überwachtet, überwacht)
    • patrouillieren werkwoord (patrouilliere, patrouillierst, patrouilliert, patrouillierte, patrouilliertet, patrouilliert)
    • beaufsichtigen werkwoord (beaufsichtige, beaufsichtigst, beaufsichtigt, beaufsichtigte, beaufsichtigtet, beaufsichtigt)
    • inspizieren werkwoord (inspiziere, inspizierst, inspiziert, inspizierte, inspiziertet, inspiziert)

Conjugations for surveilleren:

o.t.t.
  1. surveilleer
  2. surveilleert
  3. surveilleert
  4. surveilleren
  5. surveilleren
  6. surveilleren
o.v.t.
  1. surveilleerde
  2. surveilleerde
  3. surveilleerde
  4. surveilleerden
  5. surveilleerden
  6. surveilleerden
v.t.t.
  1. heb gesurveilleerd
  2. hebt gesurveilleerd
  3. heeft gesurveilleerd
  4. hebben gesurveilleerd
  5. hebben gesurveilleerd
  6. hebben gesurveilleerd
v.v.t.
  1. had gesurveilleerd
  2. had gesurveilleerd
  3. had gesurveilleerd
  4. hadden gesurveilleerd
  5. hadden gesurveilleerd
  6. hadden gesurveilleerd
o.t.t.t.
  1. zal surveilleren
  2. zult surveilleren
  3. zal surveilleren
  4. zullen surveilleren
  5. zullen surveilleren
  6. zullen surveilleren
o.v.t.t.
  1. zou surveilleren
  2. zou surveilleren
  3. zou surveilleren
  4. zouden surveilleren
  5. zouden surveilleren
  6. zouden surveilleren
en verder
  1. ben gesurveilleerd
  2. bent gesurveilleerd
  3. is gesurveilleerd
  4. zijn gesurveilleerd
  5. zijn gesurveilleerd
  6. zijn gesurveilleerd
diversen
  1. surveilleer!
  2. surveilleert!
  3. gesurveilleerd
  4. surveillerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor surveilleren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beaufsichtigen bewaken; surveilleren; toezicht houden; toezien behoeden; behouden; beschermen; bewaken; in bescherming nemen; patrouilleren; toezien op; waken; wakker blijven
bewachen bewaken; surveilleren; toezicht houden; toezien bewaken; patrouilleren; toezien op; waken; wakker blijven
inspizieren bewaken; surveilleren; toezicht houden; toezien bekijken; beproeven; bezichtigen; controleren; dood kunnen vallen; examineren; inspecteren; keuren; onderzoeken; overzien; schouwen; testen
patrouillieren bewaken; surveilleren; toezicht houden; toezien patrouilleren; waken; wakker blijven
überwachen bewaken; surveilleren; toezicht houden; toezien

Verwante definities voor "surveilleren":

  1. toezicht houden1
    • de agenten surveilleren in de binnenstad1

Wiktionary: surveilleren

surveilleren
verb
  1. toezicht houden

Cross Translation:
FromToVia
surveilleren abhören; überwachen; kontrollieren; aufpassen; überprüfen monitor — watch over, guard
surveilleren herrschen; beherrschen; regieren; kontrollieren; nachsehen; überwachen; achtgeben; aufpassen; beachten; zusehen; aufpassen auf; Obacht geben; Obacht geben auf; beherzigen surveillerobserver avec attention ; examiner ; contrôler.
surveilleren kontrollieren; nachsehen; überwachen vérifierexaminer, rechercher si une chose est vraie, si elle est telle qu’elle doit être ou qu’on l’déclarer.