Nederlands
Uitgebreide vertaling voor sulligheid (Nederlands) in het Duits
sulligheid:
-
de sulligheid (slapheid; zwakte; zwakheid; laksheid; krachteloosheid; slapte; weekheid; zachtheid)
die Schwäche; die Schwachheit; die Erschlaffung; die Weichheit; die Schlappheit; die Erschöpfung; die Empfindlichkeit; die Laschheit; die Kraftlosigkeit; die Sprödigkeit; die Zerbrechlichkeit; die Hinfälligkeit; die Schlaffheit; die Kränklichkeit; die Abgespanntheit
Vertaal Matrix voor sulligheid:
Verwante woorden van "sulligheid":
sullig:
Vertaal Matrix voor sullig:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
einfältig | sullig | achtergebleven; achterlijk; dwaas; eenvoudig; goedgelovig; idioot; in een handomdraai; licht; lichtgelovig; lichtwegend; minderbegaafd; moeiteloos; naïef; onbezonnen; ongecompliceerd; schaapachtig; simpel; vanzelf; zonder moeite |
Verwante woorden van "sullig":
Computer vertaling door derden: