Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. subject:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor subject (Nederlands) in het Duits

subject:

subject [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het subject (thema van een boek; thema; onderwerp)
    Thema; der Inhalt eines Buches; Thema eines Buches

Vertaal Matrix voor subject:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Inhalt eines Buches onderwerp; subject; thema; thema van een boek
Thema onderwerp; subject; thema; thema van een boek onderwerp; thema
Thema eines Buches onderwerp; subject; thema; thema van een boek

Verwante woorden van "subject":

  • subjecten