Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- stuursheid:
- stuurs:
-
Wiktionary:
- stuurs → brummig, unwirsch, unfreundlich, düster, schlechtgelaunt, widerwärtig, unangenehm, langweilig, öde
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor stuursheid (Nederlands) in het Duits
stuursheid:
Vertaal Matrix voor stuursheid:
Verwante woorden van "stuursheid":
stuursheid vorm van stuurs:
-
stuurs (geirriteerd)
-
stuurs (gemelijk; nurks; knorrig; wrevelig)
schlechtgelaunt ohne Grund-
schlechtgelaunt ohne Grund bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor stuurs:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
irritiert | geirriteerd; stuurs | aangebrand; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; pissig; prikkelbaar |
schlechtgelaunt | geirriteerd; stuurs | brommerig; chagrijnig; knorrig; korzelig; mopperig; naargeestig; nors; nurks; somber; triest; troosteloos; zwaarmoedig |
schlechtgelaunt ohne Grund | gemelijk; knorrig; nurks; stuurs; wrevelig |
Verwante woorden van "stuurs":
Wiktionary: stuurs
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stuurs | → brummig; unwirsch; unfreundlich | ↔ bougon — (familier, fr) Qui a tendance à bougonner. |
• stuurs | → brummig; unwirsch; unfreundlich | ↔ grognon — Qui grogner. — usage N’a pas de féminin quand il s’applique aux personnes. |
• stuurs | → düster; schlechtgelaunt; widerwärtig; unangenehm; brummig; unwirsch; unfreundlich; langweilig; öde | ↔ maussade — D’humeur chagrin ; sombre ; ombrageux ; morose ; renfrogné. |
• stuurs | → brummig; unwirsch; unfreundlich | ↔ quinteux — Qui est fantasque, qui est sujet à des quintes, à des accès de mauvaise humeur. |