Nederlands
Uitgebreide vertaling voor stuksgewijs (Nederlands) in het Duits
stuksgewijs:
-
stuksgewijs (per stuk; een voor een)
per Stück; stückweise; eins nach dem andern; einzeln-
per Stück bijvoeglijk naamwoord
-
stückweise bijvoeglijk naamwoord
-
eins nach dem andern bijvoeglijk naamwoord
-
einzeln bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor stuksgewijs:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
eins nach dem andern | een voor een; per stuk; stuksgewijs | |
einzeln | een voor een; per stuk; stuksgewijs | afzonderlijk; alleenstaand; apart; gescheiden; geïsoleerd; individueel; losstaand; op zich; op zichzelf staand; separaat; vrijstaand |
per Stück | een voor een; per stuk; stuksgewijs | |
stückweise | een voor een; per stuk; stuksgewijs | deels; gedeeltelijk; ten dele; voor een deel |