Nederlands
Uitgebreide vertaling voor stugheid (Nederlands) in het Duits
stugheid:
-
de stugheid (starheid; stijfheid; strafheid; stuursheid)
die Steifheit; die Starrheit; die Starre; die Härte; die Schwierigkeit; die Störrigkeit; die Steife; der Starrsinn
Vertaal Matrix voor stugheid:
Verwante woorden van "stugheid":
stugheid vorm van stug:
-
stug (stijfkoppig; onbuigzaam; onverzettelijk; taai)
starr; trotzig; dickköpfig; eigenwillig; eigenbrötlerisch; störrisch; starrköpfig; unbeugsam; widerwillig; widerborstig; widerspenstig; eigensinnig; starrsinnig-
starr bijvoeglijk naamwoord
-
trotzig bijvoeglijk naamwoord
-
dickköpfig bijvoeglijk naamwoord
-
eigenwillig bijvoeglijk naamwoord
-
eigenbrötlerisch bijvoeglijk naamwoord
-
störrisch bijvoeglijk naamwoord
-
starrköpfig bijvoeglijk naamwoord
-
unbeugsam bijvoeglijk naamwoord
-
widerwillig bijvoeglijk naamwoord
-
widerborstig bijvoeglijk naamwoord
-
widerspenstig bijvoeglijk naamwoord
-
eigensinnig bijvoeglijk naamwoord
-
starrsinnig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor stug:
Verwante woorden van "stug":
Synoniemen voor "stug":
Antoniemen van "stug":
Verwante definities voor "stug":
Wiktionary: stug
stug
stug
Cross Translation:
adjective
-
mit großer Kraft
-
nicht von Mitleid, Mitgefühl oder Barmherzigkeit geleitet - derart, dass es an Grausamkeit grenzt.
-
nur mit großem Kraftaufwand verformbar
-
von Werkstoffen, Materialien: brüchig, leicht reißend
-
unbiegsam, fest, starr
-
mehr oder weniger medizinisch und nur auf den Körper bezogen: in einzelnen Gelenken oder dem ganzen Körper entweder vorübergehend oder auch dauerhaft wenig beweglich, ungelenk
-
in übertragener Bedeutung auf eine Geisteshaltung bezogen: unpersönlich, förmlich, ohne Ausstrahlung und Charisma
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stug | → steif; starr | ↔ stiff — of an object, rigid, hard to bend, inflexible |
• stug | → hart; Hart-; schwer; schwierig | ↔ dur — Qui, par suite de sa fermeté, est difficile à pénétrer, à entamer. |
• stug | → steil; schroff; abschüssig; jäh; starr; steif | ↔ raide — Traductions à trier suivant le sens |
• stug | → starr; steif; spröde | ↔ rigide — Qui ne fléchir pas. |